woensdag 8 december 2010

Stede(n)bouw en [k|c]artografie

Als beleidsmedewerker bij "The Ministry Formerly Known As VROM" (TMFKAV), thans Infrastructuur en Milieu werk ik op het grensvlak van Ruimtelijk Ontwerp en Geo-Informatie. Vandaar dat de afdeling waar ik het land dien dan ook GIRO heet. Inderdaad, geo-informatie staat voorop! Althans in naam.

Bij toeval hebben beide vakgebieden een spellingsbijzonderheid onder de leden. Ruimtelijk Ontwerp is een uitbreiding op stedebouwkunde. Stedebouw, zonder tussen-n inderdaad, al zegt uw spellingscontrole wellicht wat anders. Want "stede" slaat niet op meervoud van stad (dan had het wel stadsbouw geheten!), maar op woonstede; een plek om te wonen.
Maar het blijkt moeilijk te zijn om consequent te zijn op www.wissing.nl lees ik dat "bureau Wissing stedebouw en ruimtelijke vormgeving" een stedenbouwkundig bureua is.

Aan geo-zijde is de spelling van kartografie nog altijd omstreden. Mooi om te zien dat uitgerekend het Meertens instituut kartografische applicaties dus met een "k") heeft (zie http://www.meertens.knaw.nl/projecten/mand/CARTkartografieapp.html).
Een bureau in Assen zit in dezelfde spagaat als stede(n)bouwkundig bureau Wissing: De Vries Kartografie doet aan cartografie.

Voor beide vakgebieden geldt dat ze nogal wat moeite hebben hun bestaansrecht voor de boze buitenwereld duidelijk te maken. Dat verbaast me niets, met deze taalschizofrenie!

Afijn (enfin?), ik ben benieuwd of tijdens het Groot Dictee op 15 december aanstaande een rol is weggelegd voor "een geëxalteerde stedebouwkundige die dankzij geraffineerde kartografie de eloquente politici het zwijgen wist op te leggen".

zondag 10 oktober 2010

Bounding box: Waarin een klein land groot kan zijn

Per 10 oktober 2010 is Nederland vele malen groter geworden. Met de opheffing van de Antillen zijn de zogehten "BES-eilanden" Bonaire, St. Eustatius en Saba als bijzondere gemeenten (openbaar lichaam) toegevoegd aan Nederland.
Daarmee is in geo-opzicht de bounding box van Nederland enorm toegenomen. Tot gisteren had je een rechthoek van Parijs (linksonder) tot het Duitse Waddeneiland Norderney nodig om heel Nederland te omvatten *), met ingang van heden omspant onze nationale omtrekkende rechthoek de gehele noordelijke Atlantische Oceaan.

Gelukkig voorziet de Inspire-metadata standaard in het toekennen van meer dan één bounding box. We houden de oude Parijs-Norderney rechthoek dus gewoon in stand en voegen er een aan toe die de 3 eilanden omspant. Of nog beter, voeg er een toe voor Bonaire en een nog een voor St. Eustatius en Saba, want de afstand tussen het Benedenwindse Bonaire en de 2 Bovenwindse eilanden is een kleine 1000 kilometer.

In 2005 signaleerde Douglas R. Caldwell al een hele serie bounding box gerelateerde issues. Een aardige daarbij is het onderscheid tussen de bounding box van de data en die van de "data collection area" (het studiegebied). Een voorbeeld hiervan in Nederland is de dataset met hunebedden. De omtrekkende rechthoek van de data beslaat ruwweg de provincie Drenthe, de omtrekkende rechthoek van de "data collection area" beslaat heel Nederland.
Gebruik van de "data collection area" vind ik logischer, uw en mijn GIS-software die automatisch de bounding box bepaalt denkt daar vaak anders over.

Het opnemen van de 3 eilanden in Nederland heeft trouwens nog meer geogevolgen: denk maar een de ruimtelijke plannen verzameling RO-Online. Het Ruimtelijk Ontwikkelingsplan Bonaire zal daar ook een plaatsje moeten krijgen. En als het Nationaal Wegenbestand (NWB) zijn naam eer aan wil doen is een uitbreiding met het wegennet van Bonaire, St. Eustatius en Saba een must. En moeten onze basisregistraties (topXXnl, BAG) ook niet een uitbreiding op het Westelijk halfrond krijgen?

Werk aan de winkel voor GIS4C, het Antilliaanse onderdeel van ESRI Nederland.
Go West!



*) Hier hoor ik TNO-ers al terecht roepen: en het Continentaal Plat dan, met onze olie- en gasvoorraden?

woensdag 1 september 2010

Kom van dat fort af!

Toen ik vanmiddag aankwam op het Geofort in de Nederbetuwe voor de GeoNovum relatiedag keek ik mijn ogen uit: file op de polderwegen naar het fort en parkeerwachten die de toestroom van auto's in goede banen leiden. Wat een opkomst. Ik dacht naar een evenement te gaan met pakweg 40 bezoekers, blijken er dik 100 man/vrouw op af te komen. Blijkbaar heeft GeoNovum de gewenste centrale plaats in de geosector aardig verworven.

Maar wat is dat eigenlijk, de geo-sector? Toch een beetje een ons-kent-ons wereld, die op zo'n dag veilig bij elkaar kruipt binnen de veilige muren van het Geofort, om vandaar uit naar de rest van de wereld te roepen: "wij staan open voor jullie, hoor!" En inderdaad, met de ophaalbrug van het fort naar beneden zijn we net niet helemaal afgesloten van de buitenwereld.

Wel een prima plek om goede gesprekken met vakgenoten te voeren: struinend op het fort leidt op de een of andere manier tot net iets meer open gesprekken dan wanneer je elkaar op een beursvloer of congres treft. Op de komende GIS Conferentie of GIN congres daarom graag een (kunst)grasveldje met echte schapenkeutels.

Kijkend naar de lijst van aanwezigen op het veilige fort, maar ook op de ledenlijst van branchevereniging Geobusiness Nederland, ligt de nadruk op de aanbodzijde: aanbod van geodata, van infrastructuren en van software. Van de gebruikerskant alleen de "klassieke" toepassers. De "neografen", de ontwikkelaars van iPhone Apps en bouwers van websites met Google Maps Mashups, zijn niet of nauwelijks aanwezig. En dat is eigenlijk wel overzichtelijk, als "de geo-sector" zich alleen bezighoudt met de aanbodzijde, de geo-infrastructuur in brede zin. Laat die afnemers zich juist maar langs de lijnen van hun eigen werkprocessen organiseren.

De geo-sector kan dan prima een faciliterende rol vervullen, waar met bestaande producten een enorme waardevermeerdering kan worden bereikt. Maar dat moeten we *) dan wel uitdragen, en niet wachten tot de afnemers uit zichzelf naar ons *) toekomen. Wees als geosector aanwezig op PICNIC, Infographics, PFCongres en andere events waar potentiële geo-afnemers zich verzamelen. En zet bijvoorbeeld het Nationaal Georegister dan als strategisch instrument in.

Dus, met het Geofort als basis: Ten aanval!

*) ik had wat moeite met "we" en "ons", aangezien ik zelf momenteel exponent ben van die vraagzijde, eigenlijk had ik dus "jullie" moeten typen

woensdag 11 augustus 2010

Google Streetview kijkt alleen nog maar

Een dikke maand geleden schreef ik over de wijze waarop Apple locatiegebonden gegevens verzameld. Inmiddels heeft Google in Nederland moeten inbinden en mogen de Streetview-autotjes alleen nog mar fotograferen en afstand meten, en niet meer snuffelen naar WIFI netwerken. Dat laatste deed Google "per ongeluk" tijdens het fotograferen.
De verzamelde informatie was echter "niet compleet", aldus Google. En daarmee niet waardevol? Dan zou streetview zelf ook niet waardevol zijn, want nog niet héél Nederland is ge-streetviewed. Wel veel, maar mijn eigen (Amsterdamse) buurt is nog een van de "Gallische dorpjes" die tot dusverre buiten het bereik van Google is gebleven. Ik kan mijn WIFI dus nog met een gerust hart gebruiken.
Overigens gaat Google de in de afgelopen jaren "per ongeluk" verzamelde data "zo spoedig mogelijk" verwijderen. 't Is blijkbaar even zoeken naar de "delete"-knop.

Om met Bruce te spreken: You can look but you better not touch

woensdag 23 juni 2010

Geospam

Een stukje uit de gebruikersvoorwaarden van Apple

"Locatiegebonden Diensten
Om locatiegebonden diensten aan te bieden via Apple-producten, kunnen wij en onze partners en licentienemers exacte locatiegegevens verzamelen, gebruiken en uitwisselen, inclusief de real-time geografische locatie van uw Apple-computer of -toestel. Deze locatiegegevens worden anoniem verzameld in een vorm die het niet mogelijk maakt u persoonlijk te identificeren. Deze gegevens worden door Apple en haar partners en licentienemers gebruikt om locatiegebonden producten en diensten te leveren en te verbeteren. Zo kunnen wij uw geografische locatie doorgeven aan applicatieaanbieders wanneer u zich aanmeldt voor hun locatiediensten."


Nú wordt locatie echt interessant. Die airmilespas en andere klantenkaarten registeren wel een postcode, maar pas op het moment dat er een aankoop wordt gedaan. Met de geo-informatie die Apple real-time verzamelt staat de weg open om je er aan te helpen herinneren dat het lunchtijd is dat dat de McDonalds om de hoek zit. En niet alleen McDonalds: dus je kunt tussen 12 en 2 een hoop berichten verwachten: geospam!

Tja, had je maar niet op die locatie moeten zijn...

Inmiddels zijn er ook kamervragen over gesteld

zondag 20 juni 2010

PDOK; Pays d'Oc of Pay&Dok?

Met het vanuit het programma "vernieuwing rijksdiensten" gesponsorde programma PDOK ("Publieke dienstverlening op de Kaart") slaan een aantal rijkspartijen (Kadaster, LNV, Rijkswaterstaat, VROM, TNO) onder leiding van GeoNovum de geo-handen ineen.

Binnen VROM verleen ik momenteel hand- en spandiensten om te kijken waar en hoe we de primaire VROM-processen (van beleidmaken bij WWI, Milieu en Ruimte tot handhaving bij VI) op PDOK kunnen aansluiten.

Een goede zaak, maar die naam, hé: PDOK. Publieke Dienstverlening op de Kaart.
Ooit begonnen als werknaam, maar ik vind 'm in de huidige communicatie in de weg zitten. Om wélke publieke dienstverlening het dan gaat is altijd lastig uit te leggen. Natuurlijk is een goede geo-informatievoorziening voor de PDOK partners uiteindelijk een voorziening voor de publieke zaak, maar publieke dienstverlening suggereert teveel een direct op burgers gerichte dienst.

En dan taalkunding. Is het een afkorting? Dan uit te spreken als Pé-Dé-O-Ká. Of een soort van acroniem? Dan klinkt het als Pays D'Oc. Of voor degenen die deze fijne wijnassociatie niet willen zien: Pay-Dok. Maar dat laatste klinkt mij dan weer als dubbel betalen in de oren. (De Amsterdamse Zuidas leert dat het "dokmodel" een wat ongelukkige term is: in plaats van het technische ontwerp werd de term dokmodel al snel geassocieerd met het type financiering).

Daarom staat wat mij betreft nog steeds de brievenbus open voor suggesties. Een totaal andere, wervende naam is één optie, een beter dekkende vertaling van de afkorting PDOK een andere. Maar dat laatste is -denk ik- heel lastig omdat je termen als "geo", "informatie" en "voorziening" zo moeilijk in de letters PDOK kwijt kunt.

Het zou helemaal mooi zijn als deel- en gerelateerde projecten als NGR (Nationaal Georegister) en Geozet (Geografische Zoek- en Toondienst, ook een werktitel) samen met PDOK als één familie herkenbaar zijn. Zoiets als iPod, iPhone en iPad.

Mijn suggestie is dan ook het hernoemen van deze familie van programma's en projecten met "nlgeo" als prefix": nlgeoRegister, nlgeoZeT, nlgeoDienst. Dat sluit ook mooi aan bij het NL Geo boek dat najaar 2009 als onderdeel van de RGI-erfenis gepresenteerd werd.

Tot mijn vreugde blijkt de domeinnaam nlgeo.nl al bezet te zijn: door GeoNovum!

vrijdag 18 juni 2010

duizend datasets in het NGR

Sinds vandaag staat de teller van het aantal datasets *) in het Nationaal Georegister boven de 1000. Ik volgde dat de afgelopen dagen om een aantal redenen intensief en het was nog even spannend, want de teller ging tussendoor ook nog een keer naar beneden.

Zo te zien is Waterschap Rivierenland met de dataset "dam or weir" (mooi: Rivierenland denkt Inspiratief internationaal) de duizendste.

En dat precies 1 jaar na de officiële opening van het NGR op het GSDI-congres.

Wel een beetje vreemd dat de teller nu op 1002 staat, maar dat wanneer ik een query doe zonder restricties ik 901 datasets terugkrijg. Maar laat dat de feestvreugde om dit heuglijke moment niet drukken. Champagne, bloemen!


*) ja, ik weet het: er staan geen 1000 datasets in het NGR, er staan duizend datasets in het NGR beschreven

donderdag 15 april 2010

Geoprocessen: Schuldig of niet?

Voor het eerst in maanden weer eens bezig met ArcGIS geoprocessing. Wat heet, in maanden? Heb ik ooit eerder een dissolve uitgevoerd? En zo ja, hoe heb ik dat dan voor elkaar gekregen?
Wat cryptische errors. En "empty output" zie ik voorbij komen. Dat klopt, dat dan weer wel!

Maar eens zoeken op http://support.esri.com, zoektekst dissolve empty output. Ha, 3 bugs gevonden!
"Dissolving on a large feature class (300,000 features) appears to finish successfully but the output feature class is empty. ", lees ik. Gevonden in versie 9.1, huidige status is "rejected". Is dat een goed teken?

Ook aardig, een van de andere 2 bugs zegt:
"Erase produces empty output when using specific large data set for erase feature. Not reproducible with other data.
Alternate Solution: Run a dissolve on the large erase feature and then perform the erase."
Hallo Kafka!

Vooral veel "repair geometries" doen, zeggen de forums. Dat kan ook buiten ArcGIS, met OGR.
Komende maanden ArcGIS versie 10 maar eens naast OGR leggen. En dan de OGR functionaliteit achter wat ArcToolBox schermpjes stoppen dan maar?

woensdag 14 april 2010

Wees wijs, volg een cursus

Nog 2 dagen, dan is het weer cursustijd. Extra leuk, want samen met de afdeling opleidingen van ESRI Nederland een maatwerkcursus opgezet. Aan de hand van een case uit de dagelijkse VROM-praktijk (kaarten voor het MIRT-projectenboek) eens kijken hoe wie die met ArcGIS 9.3.1 het efficiëntst kunnen maken.
De cartographic representation die daar voor nodig is is een goede aanleiding ons met de hele afdeling te verdiepen in file geodatabases. Zeg maar dag tegen de shapefile!
Als extra een beetje Mapbook Generator, de voorloper van de Data Driven Pages die in ArcGIS versie 10 komen.

Op zoek naar open standaarden

Standaarden, je hebt je nodig. Of niet: er zit er een onder mijn fiets, da's een oude standaard die op zich nog wel werkt, maar waarvan de functie in de praktijk is overgenomen door lantaarnpaal, verkeersbord of "nietje", omdat die in combinatie met een kettingslot aanvullende functionaliteit bieden voor bescherming tegen fietsendieven.

Op de GIS Tech hield Han van Veldhuizen in de AGGN track een bij vlagen hilarisch verhaal over standaarden waar de geo-wereld mee te maken heeft. We hebben in Nederland twee belangrijke lijsten van standaarden.

De eerste is een lijst met standaarden die door het programma Nederland Open In Verbinding (NOIV) gepromoot wordt als het doel van het programma. Hiervoor geldt het "pas toe of leguit" (beter bekend als "comply or explain") principe. Je hebt als overheidsinstantie je aan deze standaarden te houden, en zo niet dan moet je uitleggen waarom. Na dat uitleggen volgt er overigens geen sanctie, en ik zie Peter R. de Vries er ook nog niet 1-2-3 een uitzending aan wijden als je uitleg rammelt.

De tweede bevat in de praktijk veel gebruikte open standaarden. Dat klinkt al wat praktischer, dus eens kijken of ik die lijst ergens kan vinden. Google is my friend, en zie: met hit nummer 1 kom ik op de website van het forum standaardisatie waar een persbericht van 26 mei 2009 zegt dat het College Standaardisatie een lijst met veelgebruikte standaarden heeft samengesteld. Daarnaast is er een lijst gepubliceerd, zo gaat het persbericht door, met standaarden "waarvan nog niet zeker is of zij veelgebruikt zijn". "Beide lijsten zijn gepubliceerd op www.open-standaarden.nl" lees ik. Hé, op die site zit ik toch al? Een hyperlinkje was welkom geweest. Dan maar zoeken op de site zelf: "veelgebruikte open standaarden". Ha, 2 hits! Hmm, hit 1 verwijst naar het persbericht dat ik net heb gelezen. Hit 2 dan? Nee, die verwijst naar een RSS feed waarop ik me kan abonneren, maar niet naar een lijst standaarden. Dan maar eens naar de homepagina (voorpagina?) van Open Standaarden. Kijk nou, daar staat een bericht over deze lijsten.

Inmiddels is op basis van reacties van onder meer LNV en VROM is de lijst met standaarden "waarvan het nog niet zeker is of ze veel gebruikt worden" doorgevlooid. Door vraagtekens bij de praktische haalbaarheid van WFS is die er waarschijnlijk vanaf gevallen, maar vreemd genoeg zijn alle geostandaarden zijn verdwenen van de lijst. Allemaal? Nee, één geostandaard staat er nog wel op: SLD (overigens verkeerd aangeduid als "styles layer descriptor"). Maar WMS (webmapping), WCS (rasterdata), CS-W (catalogs) en GeoDRM (en nauwelijks bekende standaard voor het regelen van toegangsrechten tot geo-services) zijn zoek!

Maakt het uit? De bottleneck in de praktijk is de implementatie in de software en de bruikbaarheid. Gaan we met z'n allen ArcGIS Desktop aan de kant gooien omdat het geen gebruik van SLD ondersteunt? (nee, ook niet in ArcMap 10, zie mijn verzoek aan ESRI). Lijkt me sterk. En je geo-gebruik afhankelijk maken van live WFS-services is qua performance ook geen feest. Daar zou de combinatie van WFS en SLD trouwens wonderen in kunnen verrichten. (Steun dat verzoek op ideas.esri.com!).
Bovendien is het gebruiken van de standarden een middel, het moet geen doel zijn. Als de implementatie meerwaarde biedt gaan de gebruikers vanzelf over. Maar ja, welk doel hebben de softwareleveranciers bij een goede implementatie? Bovendien lopen de standaarden per definitie achter bij de techologische ontwikkeingen, dus je vraagt dan van de softwareleveranciers om hun creatieve ideeën nog niet te implementeren maar te wachten tot er een standaard voor is. Dat lijkt me een hardrem op de innovatie!

maandag 29 maart 2010

datakwaliteit: weet wat je eet

Ingewijden in de Nederlanse geoscene weten elkaar goed te vinden voor de uitwisseling van data. Dat is een groot goed dat we vooral moeten koesteren, bijvoorbeeld door elkaar op 13 april op de GIS Tech weer te treffen.

Toch staan we voor een professionaliseringsslag op dit gebied: In de geo-beleidsnota Gideon werden al een aantal geodataketens onderscheiden, mét het voornemen deze compleet in beeld te brengen. Dat komt nog maar moeizaam van de grond.

Dat zou toch niet zo moeilijk mogen zijn: veel van die data wordt al meer dan 10 jaar op diverse plaatsen gebruikt, dus er is veel kennis aanwezig over de "functionele behoeftestelling", oftwel welke rol speelt een dataset in de bedrijfsprocessen.

Waar we nog een professionaliseringsslag moeten maken is de vorm waarin data de keten doorloopt: ik zie te vaak een dataset per jaar van vorm verschillen: andere veldnamen, zelfde veldnaam maar andere definitie, ander type datacompressie, ander geodataformaat. Terwijl dat met ETL-tools als FME en ArcGIS/Modelbuilder toch eenvoudig goed te regelen moet zijn.

Als die vorm nou bij iedere levering hetzelfde is wordt het voor de ontvangende partij eenvoudiger er consistentiechecks op uit te voeren. door bijvoorbeeld een aantal controlescripts die bij binnenkomst op een dataset kunnen worden losgelaten.

Daarna komt de echte professionaliseringsslag: bij constateren van fouten de boel terugsturen in plaats van als gebruiker zelf te gaan repareren. Blijkbaar is dat nu nog de weg van de minste weerstand. En lost het probleem slechts op één gebruikersplek op.

Tijd voor een kwaliteitskeurmerk: niet zo zwaar aangezet als een basisregistratie, wel een "goedgekeurd door gebruikers"-stempel. Met een eervolle vermelding in het Nationaal Georegister!

woensdag 10 maart 2010

Betatesten doe je zó! (met ArcGIS 10)

Op verzoek van ESRI Nederland ben ik dit najaar toegetreden tot het gezelschap van ruim 20 mannen (waar zijn de beta-vrouwen?) die met ArcGIS 10 aan de gang zijn gegaan. Voor mij en vele anderen de eerste keer, en wat test je dan?

Omdat een flink deel van de nieuwe functionaliteit betrekking heeft op ArcGIS Desktop was dit voor mij een mooie gelegenheid te kijken wat voor het ministerie van VROM (mijn werkgever) de waarde van ArcGIS 10 is.

In de afgelopen jaren hebben we een flinke inhaalslag gemaakt; we zijn tegenwoordig ontzettend "bij" qua ArcGIS release (ja: 9.3.1!). En nu dus al vooruit kijken naar versie 10.
Dat heeft een goede reden: tot dusverre hebben we altijd nog diverse 3rd party extensies naast, onder en boven ArcGIS gemetseld, en bij iedere release is het weer de sport dit aantal zo klein mogelijk te houden. Dat scheelt weer wat testuren (of dagen) en is eenvoudiger qua beheer. Daarmee ook goed voor mijn contacten met de functioneel beheerder en de outsourcing partij.

De bevindingen uit de betatest zijn veelbelovend, we kunnen met de nieuwe release (mei/juni?) wellicht weer wat "aanbouwsels" afstoten. Maar in mijn achterhoofd zit een duiveltje dat zegt: "wees niet de eerste overstapper, wacht op ervaringen van anderen en wacht sowieso de eerste servicepack maar eens af."

Daar zit wat in: want waar ik als early adopter met de OV chipcard nog een strippenkaart als backup heb is er bij een ArcGIS update geen weg terug, zeker niet in een complexe ICT-omgeving als bij VROM. En bij die OV chipcard heb ik al 3 keer geld terug moeten vragen. Nota bene via een papieren formulier!

Ik luister nog even naar het duiveltje in mijn achterhoofd.

zondag 31 januari 2010

Niet de cijfers maar de voorstelling van de cijfers

Mooi stukje van filosoof Bas Haring in de Volkskrant van 30 januari. Haring probeert daarin zich iets voor te stellen bij een aantal getallen: 13.000 door het CBR afgelaste rijexamens, 7 miljard aardbewoners. Aan zijn studenten vroeg hij te schatten wat voor een gebied je nodig hebt om die aardlingen een vierkante meter ruimte te bieden. Schattingen liepen uiteen van de gezamelijke oppervlakte van Frankrijk, Spanje en Portugal tot de optelsom van Europa en Azië.
Allemaal wat ruim geschat want, zo legt Bas Haring uit, het is iets meer dan de oppervlakte van Gelderland. Dat vind ik dan wel weer wat krap maar met de gezamelijke oppervlakte van Noord- en Zuid-Holland en Flevoland heb je die benodigde 7000 vierkante kilometer te pakken.

Het ministerie van VROM had in het begin van deze eeuw ook door dat gangbare oppervlaktematen te abstract zijn: het ingeschatte ruimtetekort werd daarom gepresenteerd als "de oppervlakte van Zuid-Holland".

Blijkbaar zijn grote getallen al gauw onvoorstelbaar: werk aan de winkel voor kartografen en andere infografici om die met GIS zo zorgvuldig berekende cijfers inzichtelijk te maken. jammer dat je in de gangbare GIS systemen iet kunt kiezen voor dit soort oppervlaktematen. Mapinfo, ArcGIS en al die anderen willen ons alleen in vierkante (kilometers) en (nog liever) acres laten rekenen. "referentieoppervlakte" is nog geen keuze van eenheden. Volgende release wellicht?

zondag 17 januari 2010

Geo-Amazon: Marketing van geoportals

Veel geoportalen en -registers ontstaan weliswaar vanuit een vaag vermoeden dat er vraag naar is, maar komen in de vul en de beheersfase al snel in een aanbodgerichte modus terecht. En dat is jammer, want daarmee blijven kansen om de klant beter te bedienen onbenut.
Zoals bij de balie van de McDonalds je na bestelling van een burger altijd de vraag krijgt "en wilt u er nog iets bij drinken" en ook verkopers van diensten (bij de bank: "is er verder nog iets waarmee ik u van dienst kan zijn?" je uit commercieel oogpunt wat extra's proberen aan te smeren. Maar je stelt die vraag vaak wel op prijs.

De online retailers als Amazon en Bol hebben dat ook begrepen en proberen door je te wijzen op het koopgedrag van klanten die eerdere hetzelfde kochten als jij zojuist nog wat extra's in je mandje te laten glippen.

En we zijn er blij mee, want ondanks de puur commerciele drijfveren van de aanbieders van producten en diensten zijn we maar wat blij als we een beetje worden geleid in het bos van recent verschenen boeken en CD's en DVD's.

Dat deldt ook voor de geodata die we voor onze werkprocessen nodig hebben: hardcore GIS-ers zoeken mischien nog wel naar specifieke datasets, iets minder fulltime datagebruikers zijn er zeer bij geholpen als het geoportaal waarin ze zoeken met hun meedenkt. Bijvoorbeeld door te wijzen op eerdere vergelijkbare zoekacties van andere gebruikers, en door op verbanden tussen geodatasets te wijzen. Als het portaal jouw profiel kent kan het je bij verschijnen van nieuwe datasets attenderen. En helemaal mooi zou zijn als je zo blind kon varen op de ingevulde metadata dat het portaal je er ook nog opwijst dat er binnenkort een nieuwe versie van de door jou gebruikte dataset verschijnt.

Naar dit soort fenomenen hebben de Wageningers Pepijn van Oort, Marjolijn Kuyper , Arnold Bregt en Leuvenaar Joep Crompvoets in 2009 onderzoek gedaan en daar in september 2009 in Data Science Journal over gepubliceerd. Zeer lezenswaardig en Inspirerend.

Met wat meer creativiteit kan zonder grote beheersinspanning het gebruik van geoportalen en -registers worden vergroot maar vooral tot veel rijkere zoekresultaten leiden. Met wellicht weer nieuwe toepassingen tot gevolg!

geodata: graag verse waar!

Zoekend in het NGR (www.nationaalgeoregister.nl) merkte ik dat de manier waarop ik primair wil zoeken niet gemakkelijk is. Ik ben meestal op zoek naar data die nú geldig is. Eigenlijk heel vanzelfsprekend lijkt me, als ik een krant koop is het ook die van vandaag, mijn haring heb ik ook graag vers en van de halfvolle mel die ik uit het rek haal heb ik graag dat die nog een paar dagen houdbaar is.

In de metadata standaard is om te zoeken op nu geldige data het veld temporele dekking beschikbaar. Onbekend en dus onbemind, maar o zo belangrijk. En ik wil meestal niet persé weten tót wanneer en nog minder sinds wanneer die geodata bruikbaar is, maar vooral is die dat nú is. Graag in alle portalen dus een vinkje "alleen nu geldige data".

En de geodata waarvan in de metadata niet is aangeven wanneer deze geldig is dan? Als mijn visboer niet wéét of mijn haring recentelijk nog in zee zwom neem ik een andere (vis)afslag!