woensdag 7 november 2012

Nederland kleurt blauw (of lijkt dat maar zo)

"Nederland kleurt blauw", zo klonk het toen in september 2012 gemeente na gemeente de verkiezingsuitslagen op het touchscreen van "Herman de schermman", en bij Google en Esri Nederland verschenen.

Maar waar was dat "blauw kleuren" eigenlijk op gebaseerd? Ten eerste op het on-Nederlandse "the winners takes al", oftewel: wie is de grootste partij in een gemeente. Dat is natuurlijk al een enorme vertekening: dankzij ons  stelsel van evenredige vertegenwoordiging blijven de incidentele Bloemendaalse stem op de SP en de Boxmeerse VVD-voorkeur hun waarde behouden, in tegenstelling tot bij districtenstelsels zoals die in de VS en Engeland worden gehanteerd.

Een tweede, vaak onderbelichte, verkiezingsuitslagenvertekening komt voort het gebruik van de chorochromatische kaart voor een in wezen kwantitatief verschijnsel: weliswaar wordt er formeel een kwalitatief verschijnsel (de grootste partij per gemeente) weergegeven; de suggestie van de uitslagenkaart van Nederland is echter een kwantitatieve: "het blauw overheerst, dus de VVD is de grootste partij van Nederland".
Nu wordt de kaartlezer echter op het verkeerde spoor gezet: grote maar dunbevolkte plattelandsgemeenten als Noordoostpolder, Dronten en Bronkhorst overheersen het beeld, maar op basis van een beperkt aantal kiezers. De grote steden daarentegen zien hun honderduizenden kiezers maar op een klein stukje van de kaart terug. Voor Den Haag en Utrecht geldt dat het sterkst: hun gemeentelijk grondgebied is grotendeels met woningen volgebouwd; Rotterdam en Amsterdam krijgen nog wat vierkante millimeters op de kaart cadeau met hun uitgestrekte doch onbewooende haventerreinen en -voor de hoofdstad- een flink stuk landelijk Waterland. Maar ook dichtbevolkte gemeenten als Tilburg, Nijmegen en Almere mogen zich onderbedeeld voelen.

Daarom zocht ik naar een kaart die wél recht doet aan de verschillen in inwonerdichtheid, en die daarmee een reëeler beeld laat zien van de stemverhoudingen. Een figuratieve kaart zou kunnen, met in iedere gemeente een cirkel in de kleur van de grootste partij en met een diameter die ruwweg evenredig is met het aantal kiezers in die gemeente. Maar ik ben nooit zo weg van die "ballenkaarten".
Daarom ben ik gaan experimenteren met wat in het Engels een cartogram heet, wat in Nederland als anamorfose wordt aangeduid. (verwarrend: in Nederland is een kartogram vanoudsher een kaart met daarin per gebied een taart-, staaf- of lijndiagram). In de VS wordt die kaartvorm regelmatig toegepast om een waarheidsgetrouwer beeld te geven van presidentsverkiezingsuitslagen.

In mijn anamorfose is de grootte van de gemeenten gebaseerd op het totaal aantal uitgebrachte stemmen. Om wel een goed herkenbaar beeld te houden is de maximale vervorming beperkt. Daardoor is de uiteindelijke grootte van de gemeenten niet helemaal evenredig met het aantal stemmen, maar uiteraard wel ruimschoots meer daarmee in evenwicht dan in de uitgangssituatie met de klassieke ("echte") kaart.

De toepasbaarheid van een anamorfose voor Nederland wordt vergemakkelijkd door aanwezigheid van een een flink aantal markante punten heeft: de "uitsteeksels" die Zuid-Limburg en de Zeeuwse eilanden zijn blijven gemakkelijk herkenbaar, en ook de instulping aan de Duitse grens tussen Drenthe en Twente is een goed herkenningspunt. Bovendien bieden de Zeeuwse wateren en met name het IJsselmeer ruimte aan de Randstedelijke gemeenten om "uit te zetten".

De resultaten:


Wat levert de de anamorfose (links, maar dat had u waarschijnlijk al door) voor inzichten?
  • Noord-Nederland houdt slechts dankzij "Stad" enige body op de anamorfose, het spaarzaam bevolkte Ommeland en Friesland en Drenthe verschrompelen tot minder dan de hefdt van zijn oorspronkelijke oppervlakte. Hierdoor wordt het "rode noorden" ruimschoots minder prominent aanwezig in het kaartbeeld;
  • Daarentegen is in het Westen des lands de PvdA opvallender aanwezig: de dichtbevolkte G4, alsmede middelgrote gemeenten als Dordrecht, Leiden en Vlaardingen;
  • Datzelfde geldt voor het Oosten: in de anamorfose zijn de PvdA stemmende stedelijke regios nu de evenknie van het liberale platteland, in plaats van rode eilandjes in een blauwe zee;
  • Iets soortgelijk geldt voor Noord-Brabant, al blijven hier de steden Tilburg en Eindhoven rode eilanden in een zee van liberaal blauw
Kartografische inzichten, verbeterpunten en andere overwegingen:
  • Toevoegen van de grote waterwegen (Waal, IJssel, Amsterdam-Rijnkanaal) levert nog meer herkenningspunten op;
  • Ook toevoegen van de provinciegrenzen kan hieraan bijdragen;
  • Hier een webservice van maken die combineerbaar is met andere data is bijna onmogelijk. (ik heb het resultaat dan ook niet niet aan PDOK aangeboden);
  • Het zou geweldig zijn een aantal Nederlande standaardanamorfosen (bijvoorbeeld op basis van inwonertal per gemeente) te genereren.
  • De hoogste tijd om me ook weer eens te verdiepen in de CBS-statistieken per vierkant (100m en 500m). Eens kijken of daar iets vrolijks kartografisch me gedaan kan worden.
  • Sowieso erg leuk om weer eens met kartografie bezig te zijn!
De technische werkwijze op een rijtje:
  • Een shapefile met gemeentegrenzen (dankjewel CBS, via PDOK), geclipt met een landwatergrens om gemeentelijk ingedeeld Zeeuws, IJsselmeer- en Noordzeewater te "lozen": daardoor komen de markante vormen beter naar voren;
  • Van de databank verkiezingsuitslagen een tabel met uitslagen inclusief aantal stemmers geplukt
  • Met het programma ScapeToad de anamorfose gemaakt, op basis van het aantal stemmen per gemeente. Hierbij grotendeels de defaultwaarden aangehouden; naast de geanamorfeerde (?) shapefile levert dit als bonus een shapefile op met een rechthoekig grid dat op dezelfde wijze vervormd is;
  • In Excel de tabel met verkiezingsuitslagen aangevuld met een kolom met de grootste partij per gemeente;
  • De uit ScapeToad resulterende shapefile in QGIS 1.8 gecombineerd met deze tabel;
  • Ter vergelijking hetzelfde gedaan met de originele gemeentegrenzen;
  • Die twee kaarten gecombineerd in 1 QGIS layout en voorzien van titel en legenda;
  • Geëxporteerd naar PNG (en omdat ik weet dat veel lezers van dit blog IE-versies lager dan 9 gebruiken en dus SVG niet kunnen lezen...)

Grenzeloos gemeentelijk herindelen: de multipolygonisering van Nederland

Het regeerakkoord van PvdA en VVD zegt dat gemeenten op termijn minimaal 100.000 inwoners moeten tellen. Er van uitgaande dat het opwekken van een enorme geboortegolf en het aanjagen van de immigratie geen serieuze opties zin wordt herindeling, het samenvoegen van gemeenten, het devies.

Ook zonder dwang van bovenaf maar op geheel vrijwillige basis vinden er gemeentelijke herindelingen plaats. Begin november presenteerden Alkmaar, Schermer en Graft-De Rijp hun herindelingsontwerp. Op zich niet heel bijzonder, zij het dat in de aanloop naar deze fusies van 3 gemeenten er even een bijna-unicum in zicht was. De gemeente Graft-De Rijp nam enige jaren terug het initiatief tot verkenning van fusiemogelijkheden, en liet zich daarbij niet beperken tot direct aaangrenzende gemeenten. In maart 2012 werd besloten tot een fusie met Alkmaar, ondanks dat beide gemeente geen grens delen. Pas 3 maanden later viel het besluit dat Schermer ook deel uit gaat maken van deze fusie, waardoor er toch weer een klassiek aaneengesloten gemeente grondgebied blijft bestaan.

Ik noem deze situatie een bijna-unicum omdat er op dit moment nog wel sprake is van één gemeentelijke exclave: het gebied Amsterdam Zuidoost is niet direct geografisch verbonden met de "moedergemeente" Amsterdam. Die situatie is ontstaan in 1966, toen de Bijlmermeer (destijds voorlopig) bij Amsterdam werd gevoegd.
Rotterdam had al vóór de Eerste Wereldoorlog een vergelijkbaar geval toen Hoek van Holland werd geannexeerd. Door latere annexatie van wat nu het Rotterdamse havengebied is is deze exclave alsnog aan de hoofdgemeente vastgegroeid, zij het fysiek gescheiden door de Nieuwe Waterweg. Slechts één dag per jaar, als de Maeslantkering wordt getest, is de Hoek wél verbonden met de Coolsingel.
In Den Haag is bij de gemeente herindeling begin deze eeuw de Vinex-exclave Leidschenveen-Ypenburg wel met een smalle corridor aan het oorspronkelijke Haagse grondgebied vastgemaakt. Dat kon relatief eenvoudig omdat deze corridor precies op de plaats ligt waar de gemeenten Rijswijk en Leidschendam-Voorburg aan elkaar grenzen, het is dus niet zo dat de Haagse corridor een doorsnijding van een andere gemeente verorzaakt.
Ik laat hier de curiositeit Baarle Nassau /Baarle Hertog voor het gemak even buiten beschouwing.

Terug naar de actualiteit. Waarom zouden bij de herindelingen de gebieden aan elkaar moeten grenzen? Goed, een samenvoeging van Sluis, Delfzijl en Kerkrade ligt niet voor de hand. Al komen ze gedrieën bijna aan de honderdduizend inwoners, en kennen ze in bevolkingskrimp een gezamenlijke problematiek. Maar als rond Amsterdam de gemeenten Waterland, Ouder-Amstel en Haarlemmerliede en Spaarwoude elkaar in de samenwerking kunnen vinden moet dat toch kunnen. En door de beoogde samenvoeging van de provincies Noord-Holland, Utrecht en Flevoland zouden Weesp en Muiden zich gemakkelijk bij deze fusie kunnen aansluiten. Mag ik de naam "Amsterdammerkarspel" voor deze groene gordel rond de hoofdstad voorstellen?

 Het Minsterie van BZK heeft een beleidskader gemeentelijke herindeling opsteld waarin staat: "de aard van interne samenhang van de nieuw te vormen gemeente kan heel verchillende uitingsvormen hebben: cultureel, sociaal, economisch, geografisch, enzovoort." Er is dus geen bestuurlijk-topologische regel die voorschrijft dat een gemeente uit een aaneengesloten gebied moet bestaan. Wél vereist het oplettendheid bij de geobestandsbeheerders: die moeten even bedenken dat gemeenten multi-polygons zijn. Maar dat moesten ze al in verband met Amsterdam-Zuidoost.

zaterdag 3 november 2012

Eén zaterdagse krantenbijlage, 3x geo

Zolang mijn abonnement op de Volkskrant nog duurt zijn er een aantal katernen die ik nog wel met belangstelling lees. "Vonk" is een van die bijlagen. In de grotendeels aan de Amerikaanse presidentsverkiezingen gewijdde editie van zaterdag 3 november bespeurde ik binnen de 7 artikelen en 3 columns maar liefst drie keer een substantieel geohalte.
Allereerst het artikel "Nederlanders kopen liever een billboard" waarin de marketingactiviteiten van Democraten en Republeinen wordt vergeleken met de bescheiden vaderlandse initiatieven op dit gebied. Dat heeft natuurlijk net zo'n hoog geomarketing gehalte als het verkopen van voetbaltijdschriften waarover ik enige weken geleden schreef.

Direct naast dat artikel de column "logisch" van Jonathan van het Reve over de verontwaardiging bij de SP over het gebruik van drones voor oorlogsvoering. Even los van dit morele aspect, het zal de lezers van dit blog duidelijk zijn dat die drones alleen maar kunnen functioneren dankzij GPS en daarop voortbordurende geo-ict technologie.

Een paar pagina's verderop een inventarisatie van de waarschijnlijke verdeling van kiesmannen tussen Obama en Romney. Graphics editor Erik d'Ailly maakte daar een fraaie infographic bij die het midden houdt tussen een kartogram en een anamorfose. Wat extra bijzonder is als je weet dat wat wij in Nederland een anamorfose noemen in het Engels een cartogram is...

Eén krant, één bijlage. Drie voorbeeld die vrijwel het complete spectrum van het vakgebied bestrijken.  En dan heeft de geosector het nog moeilijk het vakgebied te "verkopen"? Of wil de geosector zich eigenlijk toch liever beperken tot het veilig afgebakende (!) terrein van inmeten en registreren?