zondag 7 december 2014

De ene sector is de andere niet, of toch wel? Wat "geo" van "water" kan leren

Sinds dit voorjaar ben ik -onder de titel asset engineer data- werkzaam in de watersector. Om iets specifieker te zijn: in mijn geval is dat de drinkwatersector; ik doe bij PWN aan leidingbeheer.
Dat heeft me in contact gebracht met de GIN van de watersector: het Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW).

Het is aardig om eens een vergelijking te maken tussen het KNW en de geo-beroepsvereniging GIN. De sectoren (voor zover je daar bij geo-"sector", zie een eerdere blogpost over kunt spreken) hebben een aantal overeenkomsten. Zo is de gemiddelde leeftijd van de werknemers in beide bedrijfstakken hoog. Ook zijn beide sectoren op vergelijkbare wijze divers: in de geosector heb je de klassieke indeling in "inwinners" en "toepassers", in het KNW zijn de mannen van de droge voeten (waterschappen), die van het vuile water (waterzuivering) en die van het schone water (drinkwater) broederlijk verenigd. Ik hanteer expres de term "Mannen", want net als in de geosector zijn Jan, Piet, Klaas ruimer vertegenwoordigd dan Willemijn, Roosmarijn en Sytske. Ook qua omvang zit het in dezelfde buurt: het GIN heeft iets meer dan 2000 leden, het KNW bijna 4000.

Zelfs qua doel lijken beide verenigingen op elkaar: KNW "slaat een brug tussen diverse disciplines in het werkveld van de watersector", GIN (iets minder bondig) "is een interactieve ontmoetingsplaats en vormt een toegankelijk kennisnetwerk voor iedereen die zich beroepsmatig bezighoudt met geo-informatie. GIN organiseert activiteiten en stimuleert en faciliteert haar leden kennis te delen en over te dragen ter ontplooiing van alle leden en ter versterking van de positie van het vakgebied geo-informatie in de maatschappij. GIN doet dit samen met anderen."

Een opvallend verschil is de rol van het vakblad: het inmiddels naar een tweemaandelijkse frequentie teruggebrachte Geo-Info is een uitgave van de vereniging GIN, terwijl de maandelijkse H2O Magazine een uitgave is van de stichting H2O. Bij H2O is de mix van analoog en digitaal verder ontwikkeld: het magazine en de H2O Online worden nadrukkelijk als twee communicerende delen gepositioneerd.

Voor de geosector in het algemeen en het bestuur van GIN en de redactie van Geo-Info in het bijzonder aardig om eens dieper in zo'n collega-organisatie en -vakblad te duiken. Blader bijvoorbeeld eens door de H2O Magazine van juli/augustus, Die werd aangeprezen als ICT special, waarbij opvalt dat vrijwel al die ICT op geo-informatie slaat.  En dat terwijl de termen "geo-informatie" en "GIS" er nauwelijks in voorkomen!