Het Ministerie van IenM (de inmiddels al weer anderhalf jaar oude opstelsom van VROM en VenW) is onder de noemer Omgevingswet druk bezig de wet- en regelgeving op het gebied van de leefomgeving te vereenvoudigen.
Op 25 januari van dit jaar bracht de Raad van State een advies uit over deze herziening van het omgevingsrecht. Los van het feit dat de Raad aangeeft dat de Minister-van-130 kilometer per uur- ook haar beleid in een wel erg hoog tempo in wetgeving wil verankeren is voor de lezer van dit blog vooral het advies over het opzetten van "gebiedsgerichte gegevensverzamelingen" interessant.
Binnenlands Bestuur schreef hier naar aanleiding van een milieusymposium onlangs al een artikel over. Omdat leefomgeving al gauw met een ruimtelijke component te maken heeft wil ik er vanuit geoperspectief (dat klinkt navelstaarderiger dan bedoeld...) nog wel wat gedachten aan toevoegen.
Lees eerst even wat de Afdeling advies van de Raad van State schrijft:
"5.2.3 Opzetten van een landelijk stelsel van gebiedsgerichte
gegevensverzameling
De Afdeling is van oordeel dat het aanbeveling verdient
om databanken op te zetten waarin gegevens over gebieden worden verzameld en
toegankelijk worden gemaakt voor overheden, bedrijven en burgers. Deze gegevens
zouden betrekking kunnen hebben op archeologische waarden, bodemgesteldheid,
bodemverontreiniging, luchtverontreiniging, waterkwaliteit en veiligheidszones
et cetera. Om een landelijke dekking te krijgen, zou de Minister hiertoe het
initiatief moeten nemen.
Met deze databanken kunnen bestuursorganen,
bedrijven en burgers beschikken over betrouwbare en volledige gegevens over
verschillende aspecten van de fysieke leefomgeving. Hierdoor worden de
onderzoekslasten voor bestuur en burger kleiner en wordt besluitvorming
eenvoudiger, sneller en beter. Feiten zullen eerder worden geaccepteerd en de
kans dat een op basis van deze feiten genomen besluit voor de rechter stand zal
houden, wordt groter. Daarvoor is het noodzakelijk dat de kwaliteit van de
gegevens wordt gewaarborgd. Duidelijk moet zijn met welke methoden de data zijn
verzameld. Alleen als de kwaliteit van de gegevens onomstreden is, zal aan deze
gegevens in een rechterlijke procedure veel waarde worden gehecht.
Natuurgegevens worden reeds verzameld en beschikbaar gesteld door de
Gegevensautoriteit Natuur. Deze heeft inmiddels ervaring met het verzamelen en
beschikbaar stellen van gegevens en met het waarborgen van de kwaliteit van de
gegevens. Deze ervaringen kunnen worden betrokken bij het opzetten van een
databank voor gegevens over de fysieke leefomgeving."
En iets verderop, in paragraaf 6.2: "De onderzoekslasten voor overheden en burgers kunnen belangrijk worden
verminderd als actuele gegevens over de fysieke leefomgeving worden verzameld en
beschikbaar gesteld. De Afdeling acht het van groot belang dat dergelijke
systemen worden opgezet."
Het is dat er wordt gerefereerd aan het 5 jaar geleden ingestelde Gegevensautoriteit Natuur, anders zou je werkelijk denken een advies uit 1978 te lezen. Blijkbaar heeft het geld dat tot dusverre in portalen als het Compendium voor de Leefomgeving van PBL en CBS, Provinciaal Georegister, PDOK, Nationaal Georegister en aanverwante Inspire activiteiten, Atlas voor de Leefomgeving gepompt is niet geresulteerd in een betere informatievoorziening. Of in ieder geval niet in een ervaring van een betere informatievoorziening bij de doelgroep.
Momenteel zien de gebruikers in het bos der portalen en databanken de bomen blijkbaar niet meer: dat los je niet op door nog meer portalen in te richten (of nog erger: door een App te laten ontwikkelen die de gebruikers wegwijs moet maken in de bestaande databanken en portalen).
Nee, dat doe je door - geheel in de geest van de Omgevingswet!- te gaan snoeien: breng de nu bestaande platformen en portalen in beeld, ga na of ze data of informatie aanbieden, bedenk wat hun doelgroepen zijn (beleidsmakers, bestuurders, beïnvloeders, burgers, bedrijven en andere belanghebbenden?) en zorg dat die doelgroepen ook worden bereikt (en monitor dat).
Dan heb je het al zo'n beetje over de informatie-architectuur van de Omgevingswet.
Gelukkig zitten hoofd geobeleid Noud Hooyman en Omgevingswetprogrammadirecteur Edward Stigter fysiek en organisatorisch dicht bij elkaar, dus hier moet een bondje te maken zijn. Bijvoorbeeld door de doelstellingen Gideon 2 (dat momenteel in de maak is) als aanbod te koppelen aan de potentiële informatiebehoefte zoals in het advies van de Raad van State is opgesteld.
Dat snoeien lijkt trouwens al begonnen te zijn: vorig jaar kortten de Ministeries van EL&I en IenM zodanig (80%) op het programma Interwad dat deze niet anders kon dan het beheer van geoportaal en digitale atlas stop te zetten, tot grote teleurstelling van programmamanager Piet Feddema.). Ook het ouwe trouwe dataportal van de DID van Rijkswaterstaat staat al geruime tijd op zwart, terwijl er vanuit het kenniscentrum van datzelfde Rijkswaterstaat nog vrolijk naar toe wordt gelinkt.
woensdag 13 juni 2012
Abonneren op:
Posts (Atom)