woensdag 6 juli 2011

Op de geomarkt is je euro open data waard

Het prettige van het bij een Open Data initiatief betrokken zijn is dat je weer met een frisse blik naar geotoepassingen kijkt. Niet gehinderd door basisregistraties, of overbekende softwareoplossingen, maar weer dichter bij de "functionele behoefte", en bij creatieve initiatieven.

Zo kwam ik zoekend naar een werkend GeoZet voorbeeld (geen onbekende in mijn blogs) terecht bij de al 3 jaar bestaande oplossing voor hetzelfde probleem.
Dat probleem is het weergeven van overheidsbekendmakingen, zoals verleende vergunningen voor festivals of boomkap. handig, want dan hoef je niet wekelijks die complete pagina uit het plaatselijke huis-aan-huis blad door te nemen.
Die oplossing is vergunnningenkaart. Dat werkt, en het werkt intuïtief.
Er valt natuurlijk nog een hoop op af te dingen: de bron voor Vergunningenkaart zijn de bekendmakingen die van www.overheid.nl worden "gescraped" en vervolgens gegeocodeerd. Lang niet alle gemeenten leveren aan aan www.overheid.nl, en degenen die dat wel doen stoppen soms een lange lijst van bekendmakingen in één record. Maar daar zal GeoZet net zo goed last van hebben/krijgen.
En ook op technisch gebied kan Vergunningenkaart vast nog beter: op mijn netbook met IE9 zag ik geen kaartbeeld, en op mijn Android smartphone navigeerde het erg onhandig. Ik heb nog niet gechecked of het aan de webrichtlijnen voldoet, waar GeoZet juist uitdrukkelijk aan moet voldoen.

Geozet en Vergunningenkaart putten uit dezelfde bron en hebben dezelfde functionaliteit. Een andere categorie is het toevoegen van functionaliteit aan een bestaande overheidsvoorziening. Voor ruimtelijke planen voegt Grontmij's www.nieuweplannen.nl een attenderingsfunctie toe aan RO-Online. Dat scheelt u als gebruiker het iedere dag zelf moeten checken of er een nieuw (ontwerp) bestemmingsplan of structuurvisie in uw buurt is gepubliceerd.

Ook leuk: een overheidsite en een particulier initiatief die qua thema dicht bij elkaar zitten maar dat anders uitwerken. Leefbaarometer, vroeger van het ministerie van VROM, nu van BZK en de Buurtvergelijker, ontwikkeld tijdens "Apps for Eindhoven" gaan allebei over leefbaarheid. Achter de Leefbaarometer zit een uitgebreide statistische analyse, de Buurtvergelijker is wat populistischer qua inhoud.
Technisch allebei op basis van Adobe Flash, de Buurtvergelijker haalt ruimschoots meer uit de mogelijkheden daarvan. Fraai!

En dan de omgekeerde weg, van bewoner, bedrijf, bezoeker náár de overheid. Op Verbeterdebuurt kunnen u en ik onze meldingen over losliggende stoeptegels, kapotte lantaarnpalen, maar ook creatieve ideeën over de openbare ruimte kwijt. Gerund door een stichting, met support van oner meer GoodYear en het Ministerie van BZK. Niet alleen een website, naast de iPhone App sinds vorige maand óók een echte Android App.
Ik was aangenaam verrast dat er maar liefst 300 (van de 418) gemeenten daadwerkelijk iets met de meldingen doen en dat er zeer veel meldingen worden gedaan door uw en mijn buren. Dat, in combinatie met het feit dat ook opgeloste meldingen worden aangegeven stimuleert om er zelf ook mee aan de slag te gaan.
5 jaar geleden was www.maximumsnelheden.nl een van de eerste overheids Web 2.0 geotoepassingen. U en ik kunnen daarop fouten in de registratie van toegestane maximumsnelheden op het Nederlandse wegennet corrigeren. Die site bestaat nog steeds, maar zegt dat de laatste kaartupdate van 2009 is. Het feit dat ik geen maximumsnelheid kan aanpassen naar 130 km/u geeft ook aan dat deze site betere tijden heeft gekend.
Subtiel verschil tussen verbeterdebuurt en maximumsnelheden is dat je bij de tweede een account moet aanmaken voor dat je een melding mag doen. waar zit het verschil tussen veiligheidsklep en wantrouwen?

Drie van de vier hierboven beschreven geo-toepassingen uit de private sector zijn ook aangehaald in het recente BZK onderzoek naar gebruik van geoviewers op overheidswebsites. In dat onderzoek lag de nadruk op de mogelijke negatieve effecten van het gebruik van Google Maps als "kaartmotor". Daarmee kwam de functionaliteit van die drie er wel erg bekaaid van af.

Maar bovenal roepen deze drie soorten toepassingen de vraag op of overheden zelf viewers of meldsystemen moet (laten) ontwikkelen, of dat "de markt" dit vanzelf wel doet. Moet de overheid slechts de data beschikbaar stellen? Of actief verleiden en "kaders stellen" (zoals de webrichtlijnen)?
Dit kabinet heeft innovatie door het bedrijfsleven hoog in het vaandel staan, dus in ieder geval: aan de slag!