2012 stond -net als de voorgaande jaren- wat geo betreft zo'n beetje in het teken van "hoe brengen we het vakgebied geo weer in contact met de grote (boze?) buitenwereld.
Op technisch gebied is dat al aardig aan het lukken. Oké, OGC services zijn nog vreemde eenden ín de algemene servicebijt, maar ik zie een tweetal ontwikkelingen die er voor zorgen dat in ieder geval geo-ict van het dak af komt:
De eerste is Python. Esri zet met ArcGIS 10 vol in op Python, niet alleen op de desktop maar met 10.1 ook als tool om ArcGIS services te scripten. Ook open source geoïsten die bijvoorbeeld QGIS gebruiken hebben Python al geruime tijd omarmd als favoriete scripttaal. En hardcore data-converteerders hebben sinds dit jaar in FME een volwaardige API.
De tweede is de gestage opmars van Microsoft's Workflow Foundation als de visuele (geo-)analyse-omgeving. AutoDesk Map 3D begon er in 2010 mee, GeoCortex' Essentials (en het daarvan afgeleidde GeoWeb) volgde al snel. Ik ben benieuwd of Esri al in ArcGIS versie 11 of pas in release 12 Modelbuilder aan de kant schuift ten faveure van deze meer standaard ontwikkelomgeving.
Het goede aan deze twee ontwikkelingen is dat ze de kracht van geo-ict gericht inzetten: niet de GIS omgeving als allround keukenmachine annex stofzuiger annex haardroger, maar een generieke scriptingtaal respectievelijk workflow management systeem die administratieve en geo-informatie en -processen vanuit hun eigen kracht aan elkaar weet te koppelen.
Daarmee zijn deze twee ontwikkelingen méér dan een technisch kunstje; ze vormen de technische voorbode van een nieuwe kijk op geo.
donderdag 27 december 2012
woensdag 19 december 2012
Geo maakt van een sociaal vraagstuk ten onrechte een ruimtelijk vraagstuk
Deze week hoorde ik op radio 1 een interview met Maarten van Ham, hoogleraar stedelijke vernieuwing en wonen aan de TU Delft. Van Ham betoogt dat sloop en nieuwbouw in een achterstandswijk weliswaar leidt tot het op termijn hoger scoren van die wijk op sociaal-economisch gebied, maar dat dat vooral komt omdat er hogere inkomens van buiten naar de buurt "geïmporteerd" worden en dat een deel van de oorspronkelijke bewoners van die wijk wordt "uitgeplaatst" naar andere wijken. De buurt gaat vooruit, maar de bewoners uit de nulmeting niet.
Dat is een scherpe analyse: in de achterstandswijkproblematiek wordt een verschijnsel met een ruimtelijke weerslag (of eigenlijk: met een ruimtelijk weer te geven component) te vaak benaderd als een probleem waarbij de ruimtelijke component de oorzaak is. Ook in de midterm review van het ISV (investeringsbudget stedelijke vernieuwing) lees ik die benadering: "hoewel stedelijke vernieuwing meer inhoudt dan alleen stenen stapelen zijn het fysieke investeringen die het meest in het oog springen."
Hier wordt een in oorsprong sociaal probleem (de achterstandssituatie van de bewoners) aangepakt alsof het een ruimtelijk probleem is (een achterstandssituatie van de wijk). Dat lijkt me een valkuil voor de sociale geografie. Die kuil wordt dieper naarmate zo'n vraagstuk meer vanuit een geo-informatie perspectief wordt benaderd, want een groot deel van het huidige GIS-generatie is uit het fysisch-geografische domein (het "groen/blauwe" domein) afkomstig. En in die tak van sport ligt een primair ruimtelijk gerichte benadering voor de hand.
De voorsprong die "geo" heeft met het toepassen van webservices versterkt deze geotunnelvisie. Zodra je sociale kenmerken als WMS of WFS gaat aanbieden suggereer je al bijna dat de ruimtelijke component de verklarende component is, terwijl het niet afzetten tegen een x- en y-as maar tegen demografische assen als verdeling naar geslacht en leeftijd wellicht veel relevanter is.
Gelukkig is de inhoud van CBS Statline ook als webservice. Lees de uitleg van Eugene Tjoa op regiohack.nl en een verdere uitleg op https://sites.google.com/site/opencbs/open-cbs en er gaat een wereld aan services en linked data voor je open. Mét een geografische component, maar niet als puur geografisch verschijnsel.
Dat is een scherpe analyse: in de achterstandswijkproblematiek wordt een verschijnsel met een ruimtelijke weerslag (of eigenlijk: met een ruimtelijk weer te geven component) te vaak benaderd als een probleem waarbij de ruimtelijke component de oorzaak is. Ook in de midterm review van het ISV (investeringsbudget stedelijke vernieuwing) lees ik die benadering: "hoewel stedelijke vernieuwing meer inhoudt dan alleen stenen stapelen zijn het fysieke investeringen die het meest in het oog springen."
Hier wordt een in oorsprong sociaal probleem (de achterstandssituatie van de bewoners) aangepakt alsof het een ruimtelijk probleem is (een achterstandssituatie van de wijk). Dat lijkt me een valkuil voor de sociale geografie. Die kuil wordt dieper naarmate zo'n vraagstuk meer vanuit een geo-informatie perspectief wordt benaderd, want een groot deel van het huidige GIS-generatie is uit het fysisch-geografische domein (het "groen/blauwe" domein) afkomstig. En in die tak van sport ligt een primair ruimtelijk gerichte benadering voor de hand.
De voorsprong die "geo" heeft met het toepassen van webservices versterkt deze geotunnelvisie. Zodra je sociale kenmerken als WMS of WFS gaat aanbieden suggereer je al bijna dat de ruimtelijke component de verklarende component is, terwijl het niet afzetten tegen een x- en y-as maar tegen demografische assen als verdeling naar geslacht en leeftijd wellicht veel relevanter is.
Gelukkig is de inhoud van CBS Statline ook als webservice. Lees de uitleg van Eugene Tjoa op regiohack.nl en een verdere uitleg op https://sites.google.com/site/opencbs/open-cbs en er gaat een wereld aan services en linked data voor je open. Mét een geografische component, maar niet als puur geografisch verschijnsel.
zondag 9 december 2012
Nederland kleurt aangepast blauw en rood
Op mijn geëxperimenteer met een anamorfose van Nederland op basis van de verkiezingsuitslagne heb ik diverse reacties gekregen via diverse kanalen.
Daarom heb ik nog wat verder zitten experimenteren, waarbij ik met ScapeToad meer vrijheid heb toegestaan qua vervorming. Dat leidt er toe dat de dichtbevolkte gemeenten relatief nog groter worden dan met mijn eerdere anamorfose.
Om de herkenbarheid (zeker met die extremere vervorming) te vergroten heb ik het transformatiegrid en de provinciegrenzen toegevoegd.
En om de PvdA en VVD kleuren neutraal te laten zijn ten opzichte van elkaar heb ik met colorbrewer een rood en blauw uitgezocht met dezelfde intensiteit. Dat leidde er toe dat ik het SP-rood nog donkerder moest maken om niet de suggestie te wekken dat Emile Roemers "eigen" Boxmeer in PvdA handen was gevallen.
Het resultaat:
En nu de volgende puzzel: hoe kan ik de "anamorfoseparameters" omwerken naar een eigen projectie die ik QGis en ArcMap on-the-fly kan gebruiken, bijvoorbeeld voor het toevoegen van extra kaartlagen ter oriëntatie.
Daarom heb ik nog wat verder zitten experimenteren, waarbij ik met ScapeToad meer vrijheid heb toegestaan qua vervorming. Dat leidt er toe dat de dichtbevolkte gemeenten relatief nog groter worden dan met mijn eerdere anamorfose.
Om de herkenbarheid (zeker met die extremere vervorming) te vergroten heb ik het transformatiegrid en de provinciegrenzen toegevoegd.
En om de PvdA en VVD kleuren neutraal te laten zijn ten opzichte van elkaar heb ik met colorbrewer een rood en blauw uitgezocht met dezelfde intensiteit. Dat leidde er toe dat ik het SP-rood nog donkerder moest maken om niet de suggestie te wekken dat Emile Roemers "eigen" Boxmeer in PvdA handen was gevallen.
Het resultaat:
En nu de volgende puzzel: hoe kan ik de "anamorfoseparameters" omwerken naar een eigen projectie die ik QGis en ArcMap on-the-fly kan gebruiken, bijvoorbeeld voor het toevoegen van extra kaartlagen ter oriëntatie.
Abonneren op:
Posts (Atom)