donderdag 29 december 2011

How to lie with apps

2011, het jaar dat het "Open Data" virus wild om zich heen greep. Na de eerste euforie over het open stellen van datasets van overheden en andere bonafide bronhouders komt de discussie op gang wat voor effecten het vrij geven van data kan hebben. Van "open data" naar "open informatie blijkt nog een flinke weg. En dat terwijl de "open data" beweging juist een transparanate overheid voor ogen staat!

Onder meer bij de aftrap van de Haagse en Zuidhollandse Open Data wedstrijd (IMOD - Innoveren met Open Data) borrelde deze discussie op. Hoe kun je er als argeloze gebruiker van uitgaan dat de maker de belangenloos door gemeentelijke of provinciale ambtenaar beschikbaar gestelde data ook op verantwoorde wijze in de creatieve App weergeeft?

Die App-bakker kan te goeder trouw zijn, maar de vakkennis missen om de data juist te interpreteren. Bij geluids- en fijnstofoverlast is het vaak lastig uitleggen van individuele metingen een iets ander resultaat opleveren dan modelberekeningen. Discussies rond de overlast van Schiphol hebben het de modeljongens en meisjes niet gemakkelijker gemaakt: als modelbouwer ben je per definitie al verdacht.

Een malafide App-bouwer kan naar eigen idee een selectie uit de aanboden open data maken en weergeven. Door een slimme definitie van de begin, eind en tussenliggende jaren van een tijdsreek kun je op basis van CBS data de werkelijkheid een aardig eind naar je hand zetten.

En er zijn ook App ontwikkelaars die gewoon slordig zijn en niet opmerken dat de data incompleet is, maar in de App deze databeperking niet aan de gebruiker kenbaar maken. Apps en websites die ongetwijfeld goedbedoeld AED (defibrillatoren) weergeven die slechts vanuit éen bron bekend zijn weergeven zijn daar een voorbeld van. Vervelend als je met de acute hartritmestoornis 2 kilometer naar het zuiden wordt gestuurd, terwijl 10 meter naar het noorden er ook een AED beschikbaar is, maar nog niet in de App is opgenomen.
vergelijk de aedkaart maar eens met het AED overzicht van UMC St. Radboud.
Het laatste nieuws in de aedkaart-blog meldt dat de 1000e AED aangemeld is. Maar dat bericht is al weer een jaar oud. Er ziten inmiddels 1082 AEDs in die database. de Radboud heeft er ruim 10x zo veel gevonden. En maakt daarbij onderscheid tussen gevalideerde en nog niet gevalideerde AEDs (of je daar in doodsnood veel mee kunt vraag ik me af), én in de openingstijden van het gebouw waar een AED beschikbaar is.

OK, die AED kaart is vooral het resultaat van crowdsourcing, wat weer net wat anders is dan open data. Maar hoever reikt de verantwoordelijkheid van de App bouwer? Houdt die op bij de App an sich? En staat er ergens in het info-scherm "gebaseerd op data van de gemeente Appingedam", waarmee de gemeente de Zwarte Piet krijgt doorgespeeld. Of heeft de App bouwer wel een eigen verantwoordelijkheid (of zelfs aansprakelijkheid) ten aanzien van de weergegeven data.

"How to lie with maps" van Mark Monmonier is een klassiek boek in de kartografie, "How to lie with Apps" zou wel eens de 21e eeuwse opvolger kunnen worden. tot die tijd kan ik de App bouwers de werken van Edward Tufte aanraden.

Voor het melden van spraakmakende, leuke, ergernniswekkende en anderszins tenenkrommende kun je terecht bij de discussie op de LinkedIn Open data groep

dinsdag 20 december 2011

GIS in the cloud: door de bomen de wolken niet meer zien

Als nietsvermoedende GIS adviseur wordt je tegenwoordig van alle kanten bestookt met cloudinaanse oplossingen.
Esri bombardeert de GIS gemeenschap met de mogelijkheden van ArcGIS Online. Daarbij wordt het brede publiek, pakweg de gebruikers van al die open data die overheden tegenwoordig ruimhartig over de burgers uitstrooien ook benaderd. Maar binnenkort onder de titel "ArcGIS for Organizations" ook in een vorm waarbij ArcGIS Online een deel van je professionele geo-infrastructuur kan overnemen.

Meer functionaliteit (en dus ook meer beheerslast) bieden SAAS oplossingen zoals die Grontmij, Esri en anderen met ArcGIS Server, al dan niet met GeoWeb er boven op, leveren. De server staat niet meer bij jouw gemeente in de kelder maar in De Bilt of Rotterdam. Of misschien een kant-en-klare Portal for ArcGIS, lekker binnen de veilige firewall van je eigen organisatie. Of toch die kant-en-klare opossing liever in eigen beheer, draaiend op een virtuele EC2 server bij Amazon?

Verder timmert www.giscloud.com flink aan de weg. Ziet eruit als en voelt aan als ArcGIS Online.

En dan de data: al dat lekkers dat PDOK biedt wil je toch ook niet links laten liggen. Natuurlijk kun je dat eerst zelf in ArcGIS Online of GISCloud opnemen, maar dan ben je niet alleen dubbel werk aan het verrichten, maar wordt je cloudketen een aaneenschakeling van meer en meer schakels, en dus kwetsbaarder. Uptime uit SLA ARCGIS Online maal Uptime uit SLA PDOK maal Uptime uit je eigen infrastructuur: houd je dan nog wel wat over?

Gecompliceerde, dus leuke, ontwikkelingen. Voer voor een liefst onafhankelijke conferentie waarin al deze oplossingsaanbieders mogen aangeven hoe ze gezamelijk de ideale geo-informatieinfrastructuur vormen.

Geomingo

Dankzij initiatief en gastvrijheid (lekkere broodjes!) van GeoNovum zaten zo'n 25 geo-vertegenwoordigers van diverse gemeenten, andere overheden, georganiseerd en ongeorganiseerd bedrijfsleven en ontwikkelaars bijeen over het vraagstuk "hoe nu verder met GeoZet?".
Moeten we streven naar een uniforme geoviewers voor de gehele overheid? Of zelfs breder? Want dat Nederland te klein is om allerlei eigen viewers te laten ontwikkelen is iets waar we het aardig over eens zijn.

Wat moet zo'n viewer dan -op basis van standaarden- kunnen en zijn? Voldoen aan webrichtlijnen / geïntegreerd met een content management systeem / op basis van open source / gereed om open data te ontsluiten / gemakkelijk configureerbaar / ook als SAAS leverbaar / ondersteund door een levende community / voortvarend gepromoot / met een helder licensiemodel. En dan houd ik nog voor me dat ik voor onze Haagse open data op zoek ben naar een integratie van dataportalen als NGR en data.overheid.nl.
Eerst divergeren met de wensen, het convergeren komt later wel. Hoop ik.

Er is al heel veel op dit gebied, zowel producten (Esri's GeoCMS, Geozet, Flamingo, als diverse maatwerkoplossingen zoals de Geo-CMS integratie op basis van ArcGIS en GX in de gemeente Den Haag. Zowel kennis als communities.
Eens kijken of we al die requirements kunnen verzamelen, er een "grootste gemene functionele behoeftestelling" uit kunnen distilleren en dit aan diverse overheden voorleggen met de vraag: "hoe blij wordt u als we in deze behoeftestelling voorzien". En bij positieve reacties de boer op om -al dan niet op basis van een bestaand product- in die behoefte te voorzien.
Beetje GovUnited-achtig. Maar dan hopelijk zonder financieringsprobleem.

Wat losse bemerkingen uit en rond deze meeting:
- GeoZet heeft (okee, met de huidige beperkingen dat het alleen punten toont) het voldoen aan de webrichtlijnen als unique selling point. Flamingo had in het verleden usability als sterk punt, maar is daarbij in de laatste jaren ingehaald;
- Velen hebben het gevoel dat GeoZet en Flamingo bij elkaar brengen zeer zinvol is, maar ik bespeur nog weinig toenadering:
- GeoZet is een term die 2 ladingen dekt: soms wordt de software bedoeld, soms het turn-key systeem van viewer met daarbij het onderliggende systeem van gevulde geocodeerservice en kaartachtergrond;
- Er is tot dusverre geen partij te vinden die deze geo-informatie-infrastructuur kar enthousiast trekt. Iedereen wil wel meewerken, maar de grote Geoleider moet nog opstaan;
- de Nederlandse communities zijn klein, maar de internationale community rond de geo-CMS koppeling op basis van Openlayers en Drupal schreeuwt ook om uitbreiding
- er zat alleen geo aan tafel. Volgende keer graag ook webredacteuren en communicanten: dat zijn immers degenen die de behoefte bepalen!

zondag 18 december 2011

IMOD: Haagse en Zuidhollandse OpenData

Onder de titel "Innoveren met Open Data (IMOD)" zijn we in Den Haag ook aan de slag met Open Data. Afgelopen vrijdag was de aftrap voor de wedstrijd die in februari 2012 een winnaar moet opleveren. Opmerkelijke zaken van deze middag en vooravond:

1. Een wervelend verhaal van Bert Mulder (lector aan de Haagse Hogeschool), waarin hij betoogt dat "wcfinder" en "wipkipvinder" quasi-noodzakelijke stappen zijn naar echte waardevermeerdering door linked open data, én waarin kansen die open data
biedt worden gekoppeld aan de terugtredende overheid;

2. Mooi om te zien: de trots bij data-eigenaren die hun "bezit" enthousiast aan de menigte presenteren (TOD - Trots Op Data?);

3. Een 9-5 locatie (in dit geval de Haagse Hogeschool) heeft met een borrel na afloop per definitie een hoger nachtkaars gehalte dan een horecalocatie annex cultuurcentrum zoals de hoofdstedelijke Waag of Pakhuis De Zwijger;

4. Vraag en aanbod bij elkaar brengen tijdens zo'n event is lastig als er niet meteen met het gepresenteerde aanbod aan de gang wordt gegaan. Een hands-on event maakt dat ontwikkelaars eerder worden gedwongen contact te zoeken met de data-aanbieders;

5. Vindbaarheid is een belangrijk issue: de diverse registers (open.overheid.nl, Provinciaal- (PGR), Nationaal Georegister (NGR) zijn bomen die gebruikers het bos niet meer doen zien. Overigens ook voor data-aanbieders een labyrinth;

6. Kip of ei: eerst de (overheids-)data vrijgeven (actie:provincie/gemeente)? Of eerst de toepassing laten zien (actie: ontwikkelaar)? Een "Apps"-wedstrijd moet deze patstelling idealiter doorbreken. Dat vraagt om een open mind bij zowel data-aanbieders als bij data-vragers: niet "open data" als fundamentalistisch uitgangspunt maar laten zien wat de toegevoegde waarde er van is;

7. De overheid heeft nu een vaak een datamonopolie waar communicatieve waarde aan wordt toegoevoegd, zoals de huisvuilkalender met tips over recycling. Met een "open huisvuilkalender" mis je als overheid de kans op die toegevoegde waarde.
Waarmee je raakt aan de essentie van de rol van de overheid;

8. "How to lie with statistics": hoe voorkomt je dat je als data-aanbieder lijdzaam moet toezien hoe jouw neutrale (?) data partijdig/dubieus/verkeerd geinterpreteerd wordt weergegeven terwijl jouw naam er wel als bronvermelding onder staat?

9. Topografie of thema? Ontwikkelaars/gebruikers zijn geïnteresseerd in scholen/bibliotheken/tramhaltes als thema's: een fysiek bestaande halte die niet meer door een tram- of buslijn wordt aangedaan is nauwelijks relevant

woensdag 7 december 2011

Alle zegen komt van boven

Dit jaar was niet 5 december maar de dag er na de grote dag om naar uit te kijken: de eerste uitzending van de VPRO serie Nederland van Boven. In met name de geo-wereld klopte ons hart vol verwachting.
Worden die hoge verwachtingen nu waargemaakt?

Er werd gisteren een hele berg cijfers en feiten over de kijkers uitgestrooid: 7000 km rails, ook zoiets aan wissels. Soms werden die abstracte cijfers vertaald naar iets tastbaars: 2700 zwembaden vol water die we per dag verbruiken. Waarbij ik moeite heb om me 2700 zwembaden naast elkaar voor te stellen. Ik miste de duiding: hoe verhoudt zich dat tot 20 jaar geleden, of tot pakweg Portugal, Polen of Peru.

Nederland van Boven ziet er vooral erg geordend uit. De Amerikaanse astronauten die in de jaren zestig rondjes draaiden rond Moeder Aarde vonden haar ook "so beautiful". Als je maar genoeg afstand neemt wordt het beeld vanzelf geordend, en blijkbaar vinden we dat prettig. Het is een Nederland van "gaat u maar gerust slapen, alles is onder controle". Een bijna Balkenende-achtige of zelfs Colijniaanse boodschap. Dat is een bijzondere boodschap voor de VPRO, die met programma's als Tegenlicht en Argos toch juist de punten waar het in de maatschappij wringt onder de aandacht wil brengen.

Diverse twitteraars maakten de vergelijking met Godfrey Reggio's film Koyaanisqatsi. Da's bijzonder, omdat Koyaanisqatsi in de taal van de Hopi-Indianen juist iets betekent als "leven in gekte, leven in onrust, leven in onbalans, leven in desintegratie, een manier van leven die vraagt om een andere manier van leven". In die film wordt niet alleen van boven maar ook van beneden gekeken waardoor achter de ogenschijnlijke ordening van bijvoorbeeld de flatwijk Pruitt-Igoe in St. Louis chaos en verval blikt te liggen. Zoals in die keurig door het Groene Hart voortsnellende treinen uit NL van Boven forensen samengeperst staan, en zich in de individuele auto's in die keurige file een hoop stress zit (zoals ooit door Michiel van Erp in beeld gebracht).

't Is ook nogal een verschil of achter de beelden de dreigende muziek van Philip Glass zit, zoals in Koyaanisqatsi, of de zalvende schoolTV stem van Roel Bentz van den Berg. Had Spinvis niet de soundtrack voor NL van Boven kunnen maken?

Nog 9 afleveringen te gaan. Ik hoop nog op spectaculaire visualisaties zoals we die nog kennen uit Al Gore's "An Inconvenient Truth" én op iets meer diepgang en kritische noten. Anders blijft NL van Boven hangen in een overigens prettig visueel VVV-behang. Waarbij voor geografen de lol 'm vooral in het feest der herkenning zit: het vóórdat de commentaarstem uitlegt dat je naar de A12 kíjkt je dat zelf al geconstateerd hebt.

donderdag 10 november 2011

Weg met Geozet! Papieren bekendmakingen willen we!

De overheids geozoek- en toondienst GeoZet (voor alle bekendmakingen als vergunningen etc.) is nauwelijks gereed, of het Amsterdamse stadsdeel Centrum maakt een beweging de andere kant uit. In de stadsdeelraad is besloten de openbare bekendmakingen niet alleen via het 2-wekelijkse stadsdeelnieuws te presenteren, maar voor de tussenliggende weken ook op papier via de wijkcentra te verspreiden.

Voor het geval u dit niet gelooft: lees dit bericht zelf in de stadsdeelkrant. Nog beter: print die PDF, en lees het bericht vanaf papier.

De belangrijkste reden is dat voor sommige aanvragen een bezwaartermijn van 2 weken geldt, wat er bij een bekendmakingsfrequentie van eens in de 2 weken (via de stadsdeelkrant) toe zou leiden dat op het moment dat ik lees dat mijn buurman een verdieping op zijn huis gaat zetten de bezwaartermijn zo goed als verstreken is. (nu woon ik zelf in een appartementencomplex, maar het principe zal u duidelijk zijn.)

Blijkbaar worden de altijd up-to-date digitale bekendmakingen in het Amsterdamse stadsdeel Centrum niet als volwaardige vervanging van de papieren versie worden beschouwd. Zit het centrum wellicht vol digibeten?

De onvolprezen burgermonitor leert wel dat een overigens verrassend groot deel van de totale hoofdstedelijke bevolking het zonder internettoegang moet stellen. In 2010 zat 9% van de Amsterdammers geheel zonder internetverbinding (thuis, op school of werk) en 12% moet het thuis onder internet stellen. In de overwegend blanke hoogopgeleide grachtengordelbevolking zal dit internetgemis echter veel lager liggen.

Wat bieden die wijkcentra ("huis van de buurt") waar die papieren bekendmakingen liggen eigenlijk? Ik citeer (van www.huisvandebuurt.nl) "Het Huis van de Buurt biedt faciliteiten om te vergaderen, kopiëren en veel meer. Ook ligt er veel informatie ter inzage en is er een ontvangstruimte waar gebruik gemaakt kan worden van internet en een kop koffie of thee kan worden gedronken."
OK, ik kan er dus van internet gebruik maken, maar het stadsdeel is zo vriendelijk de halve website van het stadsdeel vast voor mij uit te printen. Handig!

Misschien nog handiger om de hostingkosten van www.centrum.amsterdam.nl uit te sparen en de website iedere week integraal uitgeprint en wel huis-aan-huis te verspreiden.

dinsdag 1 november 2011

Geozet : echte interactie (bij de presentatie in ieder geval)

Geozet, de geografische zoek en -toondienst, was zo'n eeuwige belofte aan het worden dat ik de uitnodiging om de officiële presentatie er van bij te wonen bijna als een verlate 1 aprilgrap terzijde had geschoven. Jarenlang had ik een beeld opgebouwd wat het zou kunnen zijn, af en toe wat input geleverd op deelprojecten van Geozet en nu is het er echt.
Nou ja, het is nog niet op de plek waar het uiteindelijk voor bedoeld is, www.overheid.nl. GeoZet is immers door het Ministerie van BZK opgezet om bekendmakingen (zoals vergunningsaanvragen) van de overheid niet alleen in een lijst maar ook in een kaart aan u en mij te presenteren.

In een volgend blogbericht een GeoZet recensie, vandaag een terugblik op de presentatie en aansluitende discussie die op 1 november plaats had.

Eerst de opstelling: onder leiding van GeoNovums Theo Overduin betraden Kees Keuzekamp (opdrachtgever voor GeoZet namens BZK), Wilma Willems (van het programma Nederland Open in Verbinding - NOIV) en -in 5 minuten spreektijd per persoon- Pieter Meijer (programmamanager PDOK), Remco Wicherson (prov. Overijssel), Paul Geurts (gem. Nijmegen) en Camille van der Harten (GeoBusinessNL) het vlakkevloer podium. In de zaal pakweg 80 mannen en een handjevol vrouwen. Veel afgevaardigden van gemeenten en provincies (soms zelfs met een trojka), van diverse departementen. Verder in "vak O" een groep ZZP-ende Geo-ICT ontwikkelaars waarvan een flink deel zich in de Open Geo Groep verzameld heeft.

Terwijl bij sommige geo-seminars, studiedagen en congressen het bij eenrichtingsverkeer blijft was dit met deze zaalvulling absoluut niet het geval. De samenstelling van het publiek, de prettig lichte ruimte en een aansporing van Wilma Willems waren voldoende om echte discussie aan de gang te krijgen. De organisatie had dit goed ingeschat door het tweede deel al voor vragen, opmerkingen discussie te reserveren, maar zolang konden de aanwezigen niet wachten!

Die vragen hadden 2 hoofdlijnen. Ten eerste het opbouwen van een community om de doorontwikkeling van Geozet mogelijk te maken. BZK stelt het als open source beschikbaar, en daarmee zit hun taak er op (vind BZK zelf). Het programma NOIV stopt per eind dit jaar, en kon slechts zeer beperkte lessons learned uit andere Open Source projecten meegeven. Meer dan een opsomming van projecten (waaronder Flamingo) waaruit GeoZet lessons zou kunnen learnen kwam Wilma Willems niet. Jammer.

Want hoe doe je dat eigenlijk, een Open Source product onderhouden? Wie geeft daar leiding aan? Hoe groot moet een community zijn om succesvol te zijn? Hoe los of vast moet dat zijn georganiseerd? GeoNovum onderkende bij monde van Master of Ceremonies Theo Overduin de behoefte en kondigde spontaan een vervolgsessie aan om communityvorming rond GeoZet verder uit te werken. Toevallig zijn de Flamingofans daar ook net mee bezig. Zou het niet leuk zijn die 2 communityvormingssessies te combineren?

De tweede discussielijn was die over het voldoen aan webrichtlijnen. Geozet is ontworpen met de webrichtlijnen als leidraad. Die richtlijnen - met als ultieme beloning voor uw website een groen mannetje met 3 sterren - staan af en toe op gespannen voet met het feit dat je iets in een kaart wilt afbeelden. Voor puntobjecten is dat het eenvoudigst, lijnen en vlakken is een ander verhaal. Maar Geozet doet in zijn huidige vorm alleen in punten. 't Is een begin. En, zo werd alom beaamd, de jongens en meisjes van de webrichtlijnen en de geofamilie zouden op dit gebied nog een hoop van elkaar kunnen leren. Gaandeweg de middag kwam er daarbij een vrolijke aap uit de mouw van Kees Keuzekamp: hij bleek ook opdrachtgever voor de webrichtlijnen te zijn geweest. Na die coming out kwam ook GeoZet projectleider Paul Francissen uit de kast: hij was vóór GeoZet ook betrokken bij de ontwikkeling van de webrichtlijnen!

Ook dit onderwerp staat op de agenda voor de spontaan ingelaste vervolgsessie. Leuk thema voor een gezamenlijke middag vanuit de geo- en de content management sector. En voer voor discussie voor de afdelingen die daar bij "mijn" gemeente (Den Haag) over gaan!

Het mooie in de discussies was dat er ondanks het hoge geo-incrowd / ons-kent-ons gehalte er geen blad voor de mond werd genomen, en dat er échte discussie ontstond. Met Open Minds! Dat alles uit de losse pols geleid door Theo Overduin, die vragen en opmerkingen soepel naar de meest logische beantwoorder doorstuurde, maar ook aan anderen ruimte gaf om dat antwoord te corrigeren of aan te vullen. Omdat vrijwel alle vragen op bovengenoemde twee hoofdpunten betrekking hadden bleef er ook lijn en vaart in de discussie zitten. Vaker doen zo!

O ja, GeoZet is wél te vinden op http://geodata.nationaalgeoregister.nl/apps/geozetviewer/.
En ondertussen heeft "vak O" de GeoZet source op Github ontwikkelruimte gegeven.

woensdag 24 augustus 2011

Spyware in PDOK diensten?

Nog een paar nachtjes slapen en dan komen de PDOK diensten (kosteloos) beschikbaar voor alle overheden, lees ik in een tweet van programmamanager Pieter Meijer.
Alle overheden, dat zijn pakweg duizend diensten of afdelingen die iets met het PDOK aanbod kunnen gaan doen. Ik ben hardstikke nieuwsgierig wat al deze clubs met die PDOK diensten doen en laat me graag inspireren door creatieve combinaties die pakweg de gemeente Enschede (om voor mij maar eens iets aan de andere kant van het land te noemen) maakt.
Kan er niet ergens in de PDOK toegangslaag een voorziening worden ingebouwd die dit gebruik registreert, verzamelt en aan klantprofielen koppelt? Wees gerust, uiteraard geanonimiseerd, en -in geaggregeerde vorm- alleen toegankelijk voor geautoriseerde PDOK afnemers.

Of moet ik het nog een stap dichterbij de applicatiesoftware (zoals Geomedia en ArcGIS) zoeken. Kan daar spyware in worden ingebouwd die mij laat zien wat voor informatiebronnen in welke combinaties worden gebruikt. Eigenlijk hetzelfde als wat AWStats en Google Analytics voor websites doen: wie vragen je pagina's op, hoe vaak, langs welke weg.

Uiteraard is zo'n mechanisme ook waanzinnig interessante informatie voor de aanbieders van data: eindelijk krijg je zicht op wat je afnemers met de data doen. Soms wellicht tot afgrijzen ("dat mág je er helemaal niet mee doen!"), hopelijk vaak tot voldoening ("joepie, mijn data wordt veel gebruikt!") en tot inspiratie ("verrek, dat kan ook met mijn data").

In een andere recente tweet van Pieter Meijer las ik dat hij een constructief gesprek met Esri Nederland heeft gehad. Dan moet het goed komen met zo'n geodatagebruiksmonitoringsysteem!

woensdag 6 juli 2011

Op de geomarkt is je euro open data waard

Het prettige van het bij een Open Data initiatief betrokken zijn is dat je weer met een frisse blik naar geotoepassingen kijkt. Niet gehinderd door basisregistraties, of overbekende softwareoplossingen, maar weer dichter bij de "functionele behoefte", en bij creatieve initiatieven.

Zo kwam ik zoekend naar een werkend GeoZet voorbeeld (geen onbekende in mijn blogs) terecht bij de al 3 jaar bestaande oplossing voor hetzelfde probleem.
Dat probleem is het weergeven van overheidsbekendmakingen, zoals verleende vergunningen voor festivals of boomkap. handig, want dan hoef je niet wekelijks die complete pagina uit het plaatselijke huis-aan-huis blad door te nemen.
Die oplossing is vergunnningenkaart. Dat werkt, en het werkt intuïtief.
Er valt natuurlijk nog een hoop op af te dingen: de bron voor Vergunningenkaart zijn de bekendmakingen die van www.overheid.nl worden "gescraped" en vervolgens gegeocodeerd. Lang niet alle gemeenten leveren aan aan www.overheid.nl, en degenen die dat wel doen stoppen soms een lange lijst van bekendmakingen in één record. Maar daar zal GeoZet net zo goed last van hebben/krijgen.
En ook op technisch gebied kan Vergunningenkaart vast nog beter: op mijn netbook met IE9 zag ik geen kaartbeeld, en op mijn Android smartphone navigeerde het erg onhandig. Ik heb nog niet gechecked of het aan de webrichtlijnen voldoet, waar GeoZet juist uitdrukkelijk aan moet voldoen.

Geozet en Vergunningenkaart putten uit dezelfde bron en hebben dezelfde functionaliteit. Een andere categorie is het toevoegen van functionaliteit aan een bestaande overheidsvoorziening. Voor ruimtelijke planen voegt Grontmij's www.nieuweplannen.nl een attenderingsfunctie toe aan RO-Online. Dat scheelt u als gebruiker het iedere dag zelf moeten checken of er een nieuw (ontwerp) bestemmingsplan of structuurvisie in uw buurt is gepubliceerd.

Ook leuk: een overheidsite en een particulier initiatief die qua thema dicht bij elkaar zitten maar dat anders uitwerken. Leefbaarometer, vroeger van het ministerie van VROM, nu van BZK en de Buurtvergelijker, ontwikkeld tijdens "Apps for Eindhoven" gaan allebei over leefbaarheid. Achter de Leefbaarometer zit een uitgebreide statistische analyse, de Buurtvergelijker is wat populistischer qua inhoud.
Technisch allebei op basis van Adobe Flash, de Buurtvergelijker haalt ruimschoots meer uit de mogelijkheden daarvan. Fraai!

En dan de omgekeerde weg, van bewoner, bedrijf, bezoeker náár de overheid. Op Verbeterdebuurt kunnen u en ik onze meldingen over losliggende stoeptegels, kapotte lantaarnpalen, maar ook creatieve ideeën over de openbare ruimte kwijt. Gerund door een stichting, met support van oner meer GoodYear en het Ministerie van BZK. Niet alleen een website, naast de iPhone App sinds vorige maand óók een echte Android App.
Ik was aangenaam verrast dat er maar liefst 300 (van de 418) gemeenten daadwerkelijk iets met de meldingen doen en dat er zeer veel meldingen worden gedaan door uw en mijn buren. Dat, in combinatie met het feit dat ook opgeloste meldingen worden aangegeven stimuleert om er zelf ook mee aan de slag te gaan.
5 jaar geleden was www.maximumsnelheden.nl een van de eerste overheids Web 2.0 geotoepassingen. U en ik kunnen daarop fouten in de registratie van toegestane maximumsnelheden op het Nederlandse wegennet corrigeren. Die site bestaat nog steeds, maar zegt dat de laatste kaartupdate van 2009 is. Het feit dat ik geen maximumsnelheid kan aanpassen naar 130 km/u geeft ook aan dat deze site betere tijden heeft gekend.
Subtiel verschil tussen verbeterdebuurt en maximumsnelheden is dat je bij de tweede een account moet aanmaken voor dat je een melding mag doen. waar zit het verschil tussen veiligheidsklep en wantrouwen?

Drie van de vier hierboven beschreven geo-toepassingen uit de private sector zijn ook aangehaald in het recente BZK onderzoek naar gebruik van geoviewers op overheidswebsites. In dat onderzoek lag de nadruk op de mogelijke negatieve effecten van het gebruik van Google Maps als "kaartmotor". Daarmee kwam de functionaliteit van die drie er wel erg bekaaid van af.

Maar bovenal roepen deze drie soorten toepassingen de vraag op of overheden zelf viewers of meldsystemen moet (laten) ontwikkelen, of dat "de markt" dit vanzelf wel doet. Moet de overheid slechts de data beschikbaar stellen? Of actief verleiden en "kaders stellen" (zoals de webrichtlijnen)?
Dit kabinet heeft innovatie door het bedrijfsleven hoog in het vaandel staan, dus in ieder geval: aan de slag!

woensdag 18 mei 2011

Google Maps zit er ook wel eens naast

Op mijn nog redelijk nieuwe (per 1 april) werk bij de gemeente Den Haag staan de verhuisdozen klaar om op 6 juni de stap naar het nieuwe stadskantoor aan de Leyweg nummer 813 te kunnen maken. Mooi gebouw, maar is het ook te vinden?

Van de week wees collega Gert-Willem me er op dat dit adres in Google Maps op de verkeerde plek wordt weergegeven. Het adres is nog zo vers dat het niet in het bestand ACN van het Kadaster zit. Google Maps wil dat gemis oplossen door dan maar te kijken wat het dichtstbijzijnde nummer is en nummer 813 daar naast te prikken. Helaas gaat die vlieger hier niet op: de nummers 812 en 814 liggen door de enorm ongelijke nummering aan de even en oneven zijde van de Leyweg zo'n 500 meter bij nummer 813 vandaan.

Zie de kaart, nummer 813 ligt in werkelijkheid nog voorbij de Melis Stokelaan.



Ook 9292ov geeft me daardoor een verkeerd reisadvies. Als ik aangeraden wordt bij de halte met de prozaïsche naam "Zuidwoldepad" uit te stappen is het geen 11 minuten lopen naar mijn nieuwe werkplek, zoals de OV-reisinformatie inschat, maar blijkt het een wandeling van 20 minuten te zijn. En ook het klassieke "bestemming bereikt" van TomTom zal het niet worden: in ieder geval de online planner zet me aan het begin van de Leyweg af, maar die is 2500 meter lang, en nummer 813 ligt halverwege. Nu maar hopen dat de verhuizers wél op de juiste bestemming aankomen, want anders is het nog een flink eind sjouwen met die verhuisdozen.

Uiteraard is ons eigen Haagse Den Haag op de Kaart wel op onze actuele adresinformatie gebaseerd:



Daarom nog een aanwijzing voor de heren verhuizers (ja, sorry ik heb nog nooit een verhuisster gezien): We zitten aan de Leyweg tegenover nummer 1190. En ach, je ziet dit fantastische gebouw ook niet snel over het hoofd:


Update:
Leyweg 813 zit in de najaarslevering (oktober) van het ACN.
Overigens geeft Bing Maps 2 hits bij dit adres: een op de geinterpoleerde plek waar Google Maps 'm ook zet, en een op vrijwel de juiste plek. Handmatig toegevoegd? (dat hebben we voor Den Haag op de kaart tijden geleden ook al gedaan, met de stap naar de BAG zijn we nog bezig)

donderdag 5 mei 2011

Google Maps is Evil; GeoZet is Good

"Ministerie waarschuwt voor gebruik Google Map", zo kopte Webwereld. Die kop had in ieder geval tot gevolg dat het artikel over een door het Groningse GEON in opdracht van het Ministerie van BZK uitgevoerd onderzoek goed gelezen werd. In het onderzoek wordt ingegaan op de hoe de afhankelijkheid van veel overheidssites van Google Maps tot stand is gekomen en wat de juridische en andere gevolgen van deze afhankelijkheid zijn.

"Het zou daarom het beste zijn als er een zogenaamde geo-viewer wordt ontwikkeld speciaal bedoeld voor overheden", schrijft Webwereld. Daar wordt een belangrijke toevoeging van GEON weggelaten, namelijk dat "Een dergelijke voorziening kan heel goed door private partijen worden geleverd. Wel onder regie en voorwaarden van de overheid." Aha, PDOK (Publieke Dienstverlening op de Kaart) hoeft dus niet zoals nu door het Kadaster te worden gebouwd en onderhouden, dat kan ook door een marktpartij. Een beetje het idee als met een concessie in het openbaar vervoer: via een aanbesteding kun je voor 3 jaar het beheer van PDOK voor je rekening nemen.

Daarnaast zijn de bijvangsten uit het onderzoek ook bijzonder interessant, het geeft een goed beeld van hoe gemeenten op geo-gebied tegen de rijksoverheid aankijken.
"De behoefte aan een aantal basis services om minimaal de basisregistraties op een gestandaardiseerde manier te kunnen ontsluiten via de eigen webviewer is breed aanwezig. Het gaat daarbij nadrukkelijk om (in eerste instantie) de ontsluiting. Dit wordt breed als overheidstaak gezien. De bereidheid hiervoor te betalen, is echter gering. Met name gemeenten vinden dit niet reëel gezien de grote investeringen die zij al hebben moeten doen in het opbouwen van basisregistraties zoals de BAG."

Met name de juridische problemen van het gebruik van Google Maps zijn wellicht te tackelen door gebruik te maken van GeoZet, de kaartviewer van en voor de overheid. GeoZet staat voor GEOgrafische Zoek- En Toondienst.

Maar ís GeoZet er nu wel of niet?

Weer even Webwereld aangehaald: "Een woordvoerster van het ministerie van Binnenlandse Zaken legt uit dat het onderzoek vooral gezien moet worden als een aanbeveling bij de ontwikkeling van GEOZET. Die moet binnen afzienbare tijd af zijn. "Naar verwachting is die voor de zomer af", aldus de zegsvrouw.

Maar tegelijkertijd lees ik op e-overheid voor burgers dat "GEOZET is ontwikkeld in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft aan het ICTU-programma e-Overheid voor Burgers de opdracht verstrekt voor het uitvoeren van de realisatiefase en het inrichten van het beheer. De applicatie is ingebruikgenomen en wordt beheerd door Geonovum binnen het project Publieke Dienstverlening op de Kaart".

Een genuanceerde opvatting is te lezen in de recente brochure van het programma PDOK. Daar staat: "GEOZET viewer. Voor het tonen van de webservice bekendmakingen, is binnen PDOK een viewer ontwikkeld. Bijzonder aan deze viewer is dat hij voldoet aan de webrichtlijnen. Samen met het Ministerie van BZK bekijkt het programma of deze viewer in 2011 vrijgegeven kan worden voor hergebruik";

Dat rijmt nog niet zo lekker met elkaar. Het knelpunt is namelijk dat de viewer zelf misschien wel klaar is, maar dat de vulling niet.
Da's enerzijds de vulling die het zoeken op straatnaam (of andere zoekterm) mogelijk moet maken. Daarvoor werd ACN gebruikt, maar dat is een door Kadaster commerciëel uitgebaat product, dus Kadaster wil de kassa laten rinkelen. In plaats daarvan zou de BAG daarom de bron moeten gaan worden. Inmiddels zijn alle gemeenten op de BAG aangesloten, daarmee hebben we alle woonplaatsen en straatnamen als potentiële zoekingangen. Maar misschien wil de gebruiker ook kunnen zoeken op "Rijksmuseum", "Veluwe" of "Wipkip in de Schilderswijk". dan zijn we weer bij de basisregistratie toponiemen (zie de leuke discussie daarover op LinkedIn)

Het andere deel betreft het tonen. Daarvoor wordt een kaartondergrond gebruikt. Dat zou natuurlijk de reeks top10nl, top50nl, top250nl moeten zijn, maar zolang deze basisregistraties nog niet compleet of beschikbaar zijn worden ze in combinatie met stukken OpenStreetmap gebruikt.

Misschien goed voor GeoZet om de onderdelen "Zoek" en "Toon" als apart product in de geomarkt te zetten, en -als dat nog niet het geval is- deze beide diensten op zelf gekozen geodataservices (ACN, BAG via PDOK, eigen BAG service van een gemeente) te laten werken.

Het gehele rapport is uiteraard te vinden op de site van de rijksoverheid.

zondag 27 maart 2011

Ingebouwd kompas

Gelezen op de "onze taal" scheurkalender: sommige talen kennen geen woorden voor "links" en "rechts". Richting maar ook positie van voorwerpen of personen wordt met de windrichtingen aangegeven: Jan staat ten westen van Piet. Dus niet de egocentrische plaatsbepaling die wij kennen!

De sprekers van die talen (in Australië onder meer het Guugu Yimithirr) hebben een enorm gevoel voor orientatie ten opzichte van de zon: bijna een ingebouwd kompas. Ik zou graag een keer een stem die het Guugu Yimithirr spreekt op mijn TomTom instellen: "op de kruising westwaarts".

Voor wie er meer van wil weten: een artikel in de New York Times van oktober 2010 gaat hier dieper op in, net als op andere taalspecifieke eigenschappen.

maandag 21 maart 2011

Open data beschikbaar!

Een week geleden schreef ik over een gewenste geodata vrijstaat. Vandaag wees een collega AGGN bestuurslid mij er op dat het begin er al is. Als onderdeel van de 3D pilot hebben diverse organisaties en bedrijven geodata van een stukje van Rotterdam beschikbaar gesteld. Het gaat om de Wilhelminapier (Kop van Zuid) en omgeving, dus hoogstedelijk, met veel dynamiek. Het is niet allemaal specifiek 3D data, maar ook 2D die zich met 3D laat combineren.

GeoNovum organiseert op 16 juni een (gratis toegankelijk) congres over deze 3D Pilot. Samen met gastheer Gemeente Rotterdam, die deze dag haar dataset “Rotterdam 3D” officieel lanceert. Rotterdam stelt deze dataset beschikbaar voor organisaties om te gebruiken in eigen en nieuwe toepassingen. Dat lijkt me iets voor Rotterdam Open Data? (voor appsforamsterdam wat minder geschikt).

Ik hoop dat deze dataverzameling na het project "3D pilot" niet alleen statisch beschikbaar blijft maar door de dataproviders ook up-to-date wordt gehouden. En dat alle databezitters in Nederland zich hierdoor laten inspireren en hun steentje data aan deze verzameling bijdragen.

Overheden gaan sowieso die kant op, nu Minister Verhagen van Innovatie de potentie van open data inziet. Verhagen zat met Hyves, Google en IBM rond de tafel, en het voorbeeld wat wordt aangehaald (KNMI) is er gelijk een met een forse geocomponent.
Is Geobusiness al aangeschoven aan de tafel van Maxime? En kunnen de collega's van de Dienst Landelijk Gebied (die ook onder Verhagen vallen) nog een goed woordje doen?

zondag 13 maart 2011

geodatavrijstaat: geodataproeftuin van NL

Tijdens een bezoek aan AppsForAmsterdam afgelopen zaterdag werd het me duidelijk. Om echt nieuwe toepassingen voor bestaande geodata te ontwikkelen moet je gewoon met je handen in die data kunnen wroeten.
Dat is voor data met toegangs- of gebruiksbeperkingen (van licentiekosten tot privacy-issues) niet zo gemakkleijk, en zelfs voor vrij toegankelijke data moet je eerst door een ambtelijk bestelproces heen.
Handiger is het als we van één stukje Nederland een geodatavrijstaat maken: als al die samples die je nu soms al van geodatasets kunt downloaden nou eens van hetzelfde stukkie Nederland, dan zijn kun je als ontwikkelaar ook leuke combinaties gaan maken: daar zit vaak de echte meerwaarde. Pakweg 9 vierkante kilometer geodatavrijstaat, waarvan commerciële data (postcodegebieden), overheidsdata (de adressen en gebouwen uit de BAG, misschien zelfs het omstreden NWB) en crowdedsourced spul (OSM) direct beschikbaar zijn. Geen voorwaarde: direct proeven, voelen en gebruiken.

(OK, niets is perfect: voor lokale en regionale datasets werkt dit principe niet)

En dan nog een geschikte locatie voor zo'n zandbak. Het is handig als er een stukje stad en een stukje landelijk gebied in zit. In het verlengde van AppsForAmsterdam zou het (een deel van) onze hoofdstad kunnen zijn. Of zou Almere zich hiermee willen profileren? Apeldoorn wellicht: thuishaven van Kadaster én voorop lopende geogemeente. Of Amersfoort, centrum van organisatorisch (GeoNovum) en geodetisch (nulpunt RD) geo-Nederland.

Trouwens ook een fijne uitbreiding op de iso-metadatastandaard: in plaats van zo'n suffe thumbnail een proefstukje. Binnenkort maar eens bij GeoNovum voorstellen.

woensdag 2 maart 2011

Dag flex en flash, dag silverlight, hallo HTML5!

Voor het eerst een bijeenkomst van de Adobe User Group Nederland (AUGNL) bijgewoond. Er stond html5 op het menu, dus ook voor GISsend Nederland interessant.

Er was de afgelopen maanden in de GIS-wereld nogal wat losse en georganiseerde discussies over webviewers, met name voor de overheid. Doorinvesteren in Flamingo MC (zoals de provincies willen). Of zuiver in de leer van 100% voldoen aan de webrichtlijnen met de GeoZet viewer (zoals een aantal rijkspartijen voorstaat).

Bij aankomst in Pakhuis de Zwijger werd één Adobe User group vooroordeel bevestigd: 98% van de aanwezige laptops droeg het Apple-logo. Maar de ruim 300 (!) aanwezigen waren gemiddeld wat minder hip dan ik had verwacht. Piercings < 5%. Leeftijd 25 - 45 jaar. Haarkleur blond, bruin en zwart én grijs. Wel veel designbrillen. En best weinig iPads.
Een snelle peiling leerde dat er ongeveer evenveel (web-)designers als (web-)developers aanwezig waren. En dat was ook zo'n beetje de verhouding op het podium: van "flashy" ("html5-ish?") ontwerpen tot een kijkje in de Javascript/HTML code die het allemaal mogelijk maakt.

HTML5 is een nieuwe HTML-versie die waarschijnlijk in 2012 officiële W3C Candidate Recommendation krijgt. Het is een complete remake, met veel aandacht voor structuur van het document, én voor multimediatoepassingen.

Voor GIS-ers zijn een aantal HTML5 onderdelen interessant:
- Canvas: "a resolution-dependent bitmap canvas that can be used for rendering graphs, game graphics, or other visual images on the fly". Met JavaScript functies kun je al je kaarttekenfuncties hier op los laten.
LBi Lost Boys' Peter Nederlof miste eigenlijk geen enkele functionaliteit in het canvas-element.
- WebSQLDatabase: een clientside SQL database (in de meste implementaties op basis van SQLite);
- WebWorkers: een mooie naam voor wat we al lang kennen als multithreading: stukjes (Javascript) code op de achtergrond laten uitvoeren, in plaats van te moeten wachten tot een langdurige teken- of rekenbewerking klaar is;
- WebSockets: Waar bi-directioneel verkeer tussen webclient en server mogelijk is, en de server dus ook data naar de webclient kan pushen. Dat voorkomt dat de webclient nodeloos moet vragen aan de server of er bijvoorbeeld nieuwe data is;
- Geolocation: HTML5 kan direct uit de gebruikte internetverbdinging (vast of mobiel) een geolocatie distilleren;

HTML5 wordt nog niet in alle courante browserversies ondersteund, maar IE9, FF3, Opera 10, Chrome 3, iOS 3 en Android 1 hebben in ieder geval support voor het canvas-element. Da's aan de iOS (Apple)kant pure winst ten opzichte van Flash: dat wordt immers in het geheel niet ondersteund op die mooie iPads!
Voor IE zijn JavaScript libaries verkrijgbaar die de HTML5 functies via Flash, of zelfs via IE's eigen VML-functies grotendeels beschikbaar maken. Een interessante manier om al snel voor een brede groep gebruikers HTML5 aan te bieden.

Om een idee te krijgen van het browsergebruik even de maandcijfers (februari 2011) voor deze site en die van de ArcGIS Gebruikersgroep Nederland
browser: gisnederland.nl - aggn.nl
IE8: 20% - 40%
IE7: 14% - 18%
IE < 7: 1% - 3%

FF 4: 3% - 0%
FF3.6: 20% - 17%
FF < 3.6: 1% - 5%

Chrome 9: 14% - 3%
Chrome 8: 3% - 1%

Safari 5: 10% - 6%

Steeds meer van deze browsers ondersteunen op steeds meer besturingssystemen hardware acceleratie. Mooi voor spectaculaire animaties, maar ook mooi voor een perfecte user-experience, met klassieke GIS taken als pannen, in- en uitzoomen. Juist vanwege deze hardware acceleration is Microsoft IE9 flink aan het promoten, meer dan het de overstap van 7 naar 8 aanmoedigde. IE9 is vanaf dinsdag 15 maart te downloaden.

Dan nog wat tools:
Browsermogelijkheden vallen uitstekend te checken met de JavaScript library Modernizr

Adobe's Serge Jespers toonde een serie tools die Adobe binnenkort uitbrengt. Onder meer Wallaby, waarmee Flash applicaties naar HTML5 kunnen worden omgezet. Juich niet te vroeg: deze tool kan géén ActionScript converteren...
Adobe Muse is de HTML5 editor die er aan komt. En Adobe werkt samen met de makers van de JavaScript library JQuery, met name voor mobiele toepassingen.
Adobe ziet Flash niet verdwijnen, maar juist in combinatie met HTML5 tot mooie dingen leiden, waarbij Flash met nam het animatiedeel voor zijn rekening neemt.
En vanuit Ilustrator CS5 is er rechtstreekse export naar HTML5 mogelijk. Dus die PDF-kaarten op het web moeten ook maar eens verleden tijd worden.

SilverLight zei U? Over deze Microsoft variant op Flash heb ik deze middag niemand gehoord...

En wat zijn de plannen van Esri t.a.v. HTML5?
Op de 2010 International User Conference werd gezegd:
ESRI is actively researching HTML5 for the purposes of leveraging some of its new capabilities: geolocation, drag and drop, off-line storage, etc. Although the ArcGIS API for JavaScript currently does not explicitly incorporate HTML5 elements, developers can definitely use some HTML5 features such as geolocation and video display capabilities with their ArcGIS API for JavaScript applications. We plan on incorporating specific HTML5 functionality within the ArcGIS API for JavaScript this year, allowing for touch-screen user experiences, tighter integration with mobile devices, more powerful display capabilities through HTML5’s canvas, etc.

Op diezelfde User Conference werd deze presentatie getoond, met wat Esri doorkijkjes naar HTML5.
En morgen begint de Esri Developer Summit waarin dit onderwerp ook aan de orde komt. Feedback op de GIS Tech?

zaterdag 29 januari 2011

Nog meer Open Data: Wat de BAG wel en niet vermag

Het heugelijke feit dat vrijwel alle Nederlandse gemeenten zijn aangesloten op de landelijke voorziening (LV) van de BAG zet de creatieve geesten in de geowereld aan tot het bedenken van vrolijke BAG toepassingen. Het weergeven van de groei van steden is dan een leuke toepassing.

Geodan brengt de ontwikkeling van Amsterdam in beeld (een thuiswedstrijd):


Het Groningse GEON doet dat voor van Rotterdam:


Sowieso leuk om de fimpjes qua vormgeving te vergelijken, maar als Amsterdammer ben ik wellicht bevooroordeeld. Ik vind daar de tijdlijn met 1901 (Woningwet) en 1940 (WO II) als markante punten prettig. En het in de loop der tijd verschijnen van gebouwen is veel indringender dan het vertalen naar een grid of het met behulp van een choropleet op basis van wijk- en buurtindeling weergeven van de bebouwingsontwikkeling.

Inhoudelijk vallen mij 2 dingen op. Ten eerste dat sommige gebouwen volgens de BAG veel ouder zijn dan volgens mijn inschatting: het AMC en winkelcentrum de Amsterdamse Poort (beide in in Amsterdam Zuidoost) ploppen al in 1900 tevoorschijn, in plaats van in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Selectiefoutje? Of is het feit dat dit deel van Amsterdam nog heel lang gemeente Weesperkarspel is geweest de boosdoener? Leuk is wel dat door het in deze context te zien dit soort foutjes sneller in het oog springen.
Ten tweede loop je tegen een belangrijke beperking voor zo'n toepassing aan: de BAG bevat (nog) geen historie. Kijk bijvoorbeeld naar de ontstaansgeschiedenis van de hoofdstedelijke voetbalstadions. Jan Wils zijn Olympische creatie verschijnt keurig in 1928 in beeld, maar het tegenoverliggende Stadion uit 1914, dat in 1928 is afgebroken, komt niet in beeld. Zo ook met de Meer aan de Middenweg. Dit door Daan Roodenburgh ontworpen stadion is in 1934 geopend en in 1996, na Ajax' overstap naar de Arena gesloopt. De Arena zien we in 1996 verschijnen, maar de Meer is uit ons geheugen verbannen. *)
(Gelukkig maar dat met UAR (Urban Augmented Reality) het mooiste voetbalstadion van Nederland wél voor het nageslacht is vastgelegd.)

De Rotterdamse voetbalstadions hebben wat meer eeuwigheidswaarde, maar in "010" valt op dat de BAG het bombardement van 1940 niet als trednbreuk herkent. En ook het dorp Blankenburg, dat in de jaren zestig plaats heeft moeten maken voor de Europoort, zit niet in het BAG geheugen.

Nou ja, voor het historisch bewustzijn dus ook nog maar even kijken op de WatWasWaarKaart

*) om het compleet te maken moet ik hier ook de thuisbasis van de Volewijckers in Amsterdam Noord noemen: het stadion aan het Mosveld is in de jaren zestig ten prooi gevallen aan een toegangsweg voor de IJtunnel. Ook deze groenwitte historie vinden we niet terug in de BAG

Open data: Google laat je lopen

Mooi, al die Open Data initiatieven: geef de data vrij, en laat de markt er diensten mee bakken. Maar voorlopig bakt Google er nog niet veel van. Als ik vanuit mijn Amsterdamse woning een Rotterdams familielid wil bezoeken ben ik met Google Transit bijna 2 uur onderweg, waar 9292OV me in 1 uur en 40 minuten wil overzetten.
De oorzaak is dat Google vooralsnog slechts de dienstregeling van NS en het Amsterdamse GVB gebruikt. Ik wordt door Google dus op een station in de buurt van mijn bestemming afgezet, met de opdracht de laatste 2.3 kilometer te lopen. Dat mijn doel met de Rotterdamse metro tot op 100 meter bereikt kan worden weet Google niet, want de RET dienstregeling is niet bij Google bekend.

Tja, zo schiet Open Data zijn doel voorbij: op dit soort halfbakken diensten, nota bene van onze Grote Vriend Google, zit niemand te wachten. Open data OK, maar dan wel onder de voorwaarde dat er een complete dataset wordt gebruikt. Of dat de gebruiker duidelijk wordt gemaakt dat het advies op halfbakken gegevens is gebaseerd.

Ik ben benieuwd of de App ontwikkelaars ip het AppInADay Event op 16 februari ook kritisch naar de hun aangeboden data kijken. Die data is allemaal keurig in het Nationaal Georegister beschreven, en is dus ook voor de App bakkers bekend.