maandag 31 maart 2014

Gelezen: "On the map" van Simon Garfield

Tussen twee banen heb ik eindelijk de tijd om al die boekenleggers en ezelsoren die zich ergens halfweg in diverse boekwerken in mijn cartografische en geografische bibliotheek bevinden op te zoeken en die geschriften alsnog uit te lezen. De komende tijd dus een aantal recensies, of op zijn minst overpeizingen naar aanleiding van een boek.

"On the map" van de Britse journalist en schrijver Simon Garfield uit 2013 was zo'n boek dat ik nog uit wilde lezen. En met plezier! Wat wil je, met "A Mind-expanding Exploration of the Way the World Looks" als ondertitel. Weloverwogen heb ik voor het Engelstalige orgineel gekozen, in plaats van de Nederlandse vertaling, "On the map" heeft immers twee betekenissen ("op de kaart" en "over de kaart") terwijl de Nederlandse versie alleen maar "op de kaart" is.

In "on the map" beschrijft Garfield in 22 lange en een aantal korte ("pocket maps") hoofdstukken die elk een specifieke kaart als uitgangspunt hebben de geschiedenis van de cartografie. Van het wereldbeeld van de Oude Grieken tot en met TomTom, Google Maps en de laatste ontwikkelingen op het gebied van neuropsychologie.

Garfield's schrijfstijl is prettig relativerend, met diverse subtiele grappen die gelukkig weer niet zodanig "inside" zijn dat ze aan deze kant van de Noordzee niet te volgen zouden zijn. "Witty" is de term die een aantal recensenten er voor gebruikten. Adrem, zou je dat in goed Nederlands kunnen noemen. "Associatief" is een ander passend label. De zijstappen en -grappen die Garfield maakt blijven wel zodanig beperkt dat de hoofdroute nooit uit zicht raakt.

Wat Garfield heel erg goed doet is het beschrijven van de kaarten in hun technologische, historische en maatschappelijke context. Niet alleen: wat staat er op die kaart, maar waarom staat juist dát op de kaart. En zo wordt gaandeweg de ruim 400 pagina's de wereld zoals wij die kennen in kaart gebracht. van Europa, naar America (dat eigenlijk Columbus had moeten heten, aldus Garfield), naar de bovenstroom van de Nijl en de Congo, met Scott en Amundsen naar de Zuidpool. Maar ook buiten onze eigen dampkring; naar Mars, en omgekeerd, onder de titel "Mapping the brain" naar onze eigen hersenpan. Ook het bekende vooroordeel dat vrouwen slechter kaart zouden kunnen lezen of minder richtingsgevoel hebben dan mannen komt aan de orde. Daar is overigens niets van waar. Wel oriënteren vrouwen zich over het algemeen  meer dan de hand van gebouwen, landmarks, en andere points-of-interest (o nee, die zou ik interessante plaatsen noemen) terwijl mannen grossieren in aanwijzingen als "naar het Noorden", 3e straat links" na 400 meter rechts. Dát is informatie waar je als kaartontwerper je voordeel mee kunt doen!

Als Nederlander gloei je geregeld van trots, zo frequent komen onze voorvaderen als vooruitstrevende voorbeelden voorbij zetten. En niet alleen voorvaderen, want het hoofdstuk over SatNavs spelen TomTom, Tele-Atlas en AND de hoofdrollen. Op de aankomende Cartodag (23 april) maar eens kijken of we die toppositie kunnen vasthouden. En misschien Garfield daar volgend jaar als spreker uitnodigen?

Eigenlijk is "On the map" ook een geweldig lesprogramma voor een opleiding tot cartograaf . En dan het liefst door er net als de auteur op uit te gaan. Bezoek met een groep medestudenten een tentoonstelling in een museum (zoals vanaf morgen die over globes in het Amsterdamse Scheepvaartmuseum). Huur een bus en probeer die nieuwste TomTom uit. Doe mee aan een OpenStreetMap "mapping party". En maak een tube map van je eigen stad of streek.

Ik miste na lezing maar één hoofdstuk, namelijk een over kaarten waarin in plaats van steeds actuelere en meer accurate informatie juist bewust informatie wordt achtergehouden. Plattegronden van Berlijn als "Hauptstadt der DDR" zijn een bekend voorbeeld, maar ook het wegpoetsen van militaire objecten op onze Nederlandse luchtfoto's valt in die categorie. Misschien iets voor een volgende druk?


Geen opmerkingen:

Een reactie posten