donderdag 10 oktober 2013

Open data: slachtafval of (w)etenwaardige kliekjes?

De vaste lezers van dit blog (overigens: excuses voor de blogstilte, de voorbereidingen voor de osgeo.nl dag 2013 kosten nogal wat tijd) weten dat de metafoor een van mijn favoriete stijlfiguren is. Voor open data was ik al een poos op zoek naar een fijne metafoor.

Eergisteren was ik aanwezig op een "Inspiration Lab" van de University Leiden/campus The Hague (voertaal inderdaad Engels) waar Open State voorman Arjan El Fassad sprak over open data.
De 10 minuten van Arjan waren voor de doorgewinterde open data betrokkene niet wereldschokkend. Wel grappig: de verontschuldiging, haast schaamte van Arjan voor de naam "Hack de Overheid" (onderdeel van Open State). Even grappig: de suggestie aan het publiek (dat overwegend een Jeugd van Tegenwoordige leeftijd had) dat alle ambtenaren Methusalemiaanse leeftijden zouden hebben. Nu is de scribent dezes weliswaar ambtenaar, en grijs, en varifocusbrildragend, maar ik loop nog zonder rollator en luister zonder gehoorapparaat naar mijn iPod. En trouwens, El Fassed zit zelf ook al aan de verkeerde kant van de veertig.

Maar goed, weer on-topic, en dat topic was open data. In de uitgebreide nazit van de meeting prettig gesproken met Arjan El Fassed en anderen, waarbij natuurlijk weer die mantra "het beschikbaar stellen van alle overheidsdata, ook de ruwe data, zou integraal onderdeel van het werkproces moeten zijn". Daar kun je ver mee gaan, ik kan me niet zo goed voorstellen dat er mensen zitten te wachten op de nog niet eens vereffende punten die mijn landmetende geo-collega's op een dag bij elkaar meten (of gaat er iemand een App maken met de functionaliteit van MOVE3, ik laat me graag verrassen), of op de individuele enquetes waar alle half ingevulde exemplaren ook nog tussen zitten.

Voor de duidelijkheid: alle bij-nijvere dataproducenten doen dat niet omdat ze data willen produceren, maar omdat ze informatie willen genereren. Data is daar een middel bij. Net als kennis trouwens.

Terugkijkend op eergisteren bedacht ik de restaurantkok als metafoor: die maakt voor u een smakelijke hap, en snijdt daarvoor de vetrandjes van het vlees, haalt het loof van de worteltjes en schilt de aardappelen. Die restjes gaan, hup!, de biobak in. Of naar de varkenstrog als de biggetjes in de achtertuin van het restaurant rondlopen. Die kok gebruikt er ook nog een klontje boter bij (en zet de rest van de boter terug in de koelkast), voegt er wat versgemalen peper aan toe (en laat de rest van de peperkorrels in de molen zitten). En dat biefstukreepje dat tijdens het bakken uit de pan springt serveert onze kok ook niet aan u als gast, maar -dierenvriend als hij is- voert hij dat aan de kat van de buren.
En dan hebben we het nog maar over een routinematige restaurantavond, niet over de maandagavond waarop het restaurant gesloten is en de kok voor een select gezelschap dingen probeert waarbij er halverwege de middag goedbedoelde doch niet etenswaardige maaltijden de kliko in gaan.

Zo ook met data. Tijdens het informatieproductieproces (want dat is het doel!) wordt er geëxperimenteerd, weggegooid, toch weer uit de afvalbak (lees: van de backuptape) teruggehaald, geclassificeerd, geïnterpoleerd, gegeneraliseerd. Ik kan me niet voorstellen dat iemand in die complete datadiarree wil zitten roeren.
Is dan alleen de tabel of kaart zoals die op de gemeentelijke website of in het provinciale rapport wordt gepresenteerd datgene wat als open data beschikbaar moet worden gesteld? Nee. Ik denk dat we moeten insteken op één stap daaraan voorafgaand, namelijk de stap waarbij de (beleidsneutrale) onderzoeker de data overdraagt aan de beleidsmaker. Oftewel: het punt waarop data geïnterpreteerd wordt. En ja hoor: dan mis je als open data militant de mogelijkheid de onderzoeker te onderzoeken.
Maar om de huidige open data impasse te doorbreken zullen we voor het moment toch ergens een middenweg moeten vinden tussen het als open data beschikbaar stellen van alleen de viergangenmaaltijd aan de ene kant en het beschikbaar stellen van schillen, botten en gebruikt frituurvet aan de andere kant.
Dan blijft het voor alle partijen behapbaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten