Leuke "what if" in NRC Next vandaag over hoe de verkiezingsuitslagen er uit zouden zien als we in plaats van een stelsel van evenredige vertegenwoordiging een districtenstelsel zouden hebben, zoals dat in zuivere Engeland gehanteerd wordt.
Allereerst is het bijzonder om te zien dat D66, bij uitstek de partij die een districtstelsel altijd als een van haar kroonjuwelen heeft beschouwd, dan waarschijnlijk uit de Tweede Kamer zou verdwijnen. Alleen in de Babboobakfietsbolwerken Utrecht en Leiden maakt D66 kans om volgens het principe "the winner takes all" een districtsvolksvertegenwoordiger uit de stembus te slepen. Voor de SP geldt dat er hooguit in Noordoost-Brabant (Oss, Boxmeer) een kamerzeteltje valt te verdienen.
Hoe de uitslag exact zou uitpakken hangt af van de wijze waarop de districten worden samengesteld. Omdat zo'n distict pakweg 80.000 kiesgerechtigden moet omvatten kunnen listige samenvoegingen van kleinere gemeenten tot één district, of even slimme opsplitsingen van grotere gemeenten in twee of meer districten tot enorme verschuivingen in de uitslag leiden.
In de Verenigde Staten is dit "redistricting" een politiek geladen fenomeen. In tegenstelling tot de Bondsrepuliek Duitsland waar een onafhankelijk instituut (het Duitse CBS) de grenzen zonodig aanpast aan verschuivingen in inwonertal zijn in Amerika de gekozen politici zelf gerechtigd de grenzen voor een volgende verkiezing aan te passen. Door de aanhang van de politieke tegenstanders in een beperkt aantal regio's te concentreren (waar ze weliswaar 80% van de stemmen halen maar dit toch maar één afgevaardigde oplevert) of ze juist te verdelen over districten (waardoor de tegenstand overal relatief klein blijft) valt de vertegenwoordiging enorm te beïnvloeden. Soms leidt dat tot grillig gevormde kiesdistricten, in Amerika bekend onder de naam "gerrymanders". Daar is in 2010 zelfs een film over gemaakt.
Geografische informatiesystemen spelen hierbij een grote rol: op basis van eerdere verkiezingsuitslagen kan een slimme herverkaveling worden bepaald die de politieke tegenstanders buitenspel zet. Daarentegen kan een GIS ook worden gebruikt om de mate van "gerrymandering" aan te tonen: als een disctrict een bizarre omtrek/oppervlakte verhouding heeft is de kans groot dat er subjectieve grenzen getrokken zijn. Pro-actief redenerend kun je de computer ook vragen de districten zodanig af te bakenen dat de lengte van de grenzen geminimaliseerd wordt. Het spreekt voor zich dat voor een transparante democratie de werking van deze software en de gebruikte data) voor iedereen beschikbaar moeten zijn.
Of dat compact houden van de grenzen het ultieme doel is is ook maar de vraag: geografische compactheid is maar één soort van homogeniteit. Een districtstelsel is vaak bedoeld om de kiezer zich meer persoonlijk vertegenwoordigd te laten voelen; dan is een homogene indeling op basis van inkomen/opleidingsniveau/culturele achtergrond juist wél wenselijk, en moet je geografische grilligheid maar op de koop toe nemen.
Al met een spannend thema. Kan een geo-afstudeerder zich hier niet eens op storten? Bijvoorbeeld samen met het wetenschappelijk bureau van D66? Op basis van de uitlagen per stembureau die uiteraard als open data beschikbaar zijn (maar waar?). Bekijk om vast in de stemming te komen de uitslagen per stembureau van 2010 op de site van NRC.Next
Bijna jammer dat we in Nederland geen districtenstelsel hanteren: het zou geo-informatie zo mooi op de politieke kaart zetten!
woensdag 12 september 2012
Politieke grenzentrekkerij zet SP en D66 buitenspel
Labels:
D66,
districtenstelsel,
electorale geografie,
geopolitiek,
gerrymandering,
GIS,
open data,
Open Source,
SP,
verkiezingen
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten