vrijdag 21 november 2008
GEO - DIV - ICT
Toch zijn er nog veel overheden die een afdeling geo-informatie kennen. En die afdeling zit altijd in de spagaat "zijn wij nou GEO of zijn wij nou ICT?". Vreemd genoeg wordt veel minder de vraag gesteld: "zijn wij nou GEO of zijn wij DIV". Nog sterker: de gis-ers kennen DIV vooral als een tag uit de HTML-wereld die ze wel eens gebruiken als er een gisviewer voor het plaatselijke intranet gebouwd moet worden...
Met de opmars van geoportalen schuift de GIS wereld steeds meer op in de richting van DIV. Het gaat meer en meer over informatiestromen, databeheer, metadata en de standaarden die daar een rol bij spelen. En ja, die hebben een geografische component, maar net zo goed een juridische component, en een tijdscomponent, en een taalcomponent.
Breekpunt in deze ontwikkeling worden de digitale ruimtelijke plannen. Nu nog vooral vanuit de inhoudelijke RO en de GEO-invalshoek bekeken. Sla er de eerste monitor digitale verplichtingen WRO bij gemeenten bijvoorbeeld eens op na. Daar hebben de inhoudelijke betrokkenen (in dit geval de afdelingen ruimtelijke ordening) de lead, met de afdelingen geo-informatie op de tweede plaats, op de voet gevolgd door de ICT-afdelingen. Op gepaste afstand de juristen, en in de achterhoede vinden we de DIV-ers.
Maar straks worden ook de planteksten bij bestemmingsplannen uniform digitaal gemaakt, en er komt een beheersfase waarin versiebeheer van de bestemmingsplannen een grote rol gaat spelen, en het proces om te komen tot bestemmingsplan met teksten en kaart moet gestroomlijnd worden. Dat wordt het moment dat de altijd bescheiden DIV-ers doorkrijgen dat zij de leiding over moeten nemen en de benodigde geo-expertise in hun afdeling incorporeren.
Het "harde" deel van de geo-expertise dat ik met graag met geo-ict aanduid kan zich dan bij een algemene ICT afdeling aansluiten, en de experts op gebied van kartografie (ja, met een "k") gaat zich weer helemaal thuisvoelen bij de afdeling communicatie.
Die slimme DIV-ers bereiden zich er al op voor, als ik het cursusaanbod van bijvoorbeeld SOD bekijk. De cursus geografische informatievoorziening wordt daar als volgt aangeprezen:
"Geografische informatie is lang een speciale eend in de bijt van de informatievoorziening geweest. Maar nu informatievoorziening als geheel integreert in het primaire proces, is het logisch dat Geografische informatie daar onderdeel van uitmaakt."
En de GIS-ers? Zij houden zich vast aan wat Jack Dangermond van ESRI in 2001 zei: "you're special people". Zullen we zeggen, nog maximaal 10 jaar?
donderdag 20 november 2008
Vrolijke quote
Creating feature-complete interfaces to geographic data that are so complex as to be inpenetrable by all but the highest of high priest seems to be nearly inevitable. Programmers start with a simple model, and then the world, the data, and the weight of history intrude to "complexify" our models and break our metaphors. When Walt Kelly wrote "We have met the enemy and he is us", he could have been describing the creators of most geospatial apps.
Herkenbaar?
Is er leven na de Geoloketten?
Maar niet teveel zeuren: de gedachte is prima, en ik weet zeker dat er bij jullie veel technische kennis over de metadata-XML's is, er ideeën zijn over de inhoudelijke kant van diverse metadata-onderdelen, er beren op de weg en adders onder het gras gesignaleerd zijn bij het opzetten van geoportalen met ESRI of Open Source software, kortom er veel herbruikbare kennis in de koppen zit. Schudt ze leeg op www.cartafabrica.nl/!
zaterdag 1 november 2008
Content Management met GIS (of omgekeerd?)
Maar dat bedoelde ik niet direct met deze titel. Wel doel ik op Content Management Systemen (CMS) zoals die gebruikt worden om websites handig te beheren. Deze systemen zijn de voorlopig laatste stap in de evolutie van het beheer van webpagina's: van hard-coded HTML (met daarin opmaaktags voor vet, cursief etc.) via cascading stylesheets (css) waarbij de inhoud en vorm waren gescheiden naar nu dus CMS-en, waarmee de inhoud ("content") wordt losgehaald van de webpagina. Een CMS definieert een set ankers ("placeholders") op een webpagina waarin dynamisch de inhoud wordt gegoten. Die inhoud bestaat uit artikelen, blogs, nieuwsberichten, rss-feeds die weer van andere sites afkomstig zijn en zo voort.
Hoe verhoudt zich dit nu tot GIS-systemen?
De scheiding tussen vorm en inhoud is in ArcGIS en voorganger ArcInfo altijd moeizaam geweest. In mijn AML-tijd wisten we dit op te lossen door de inhoud (welke kaartlagen en hoe weergegeven) en de vorm (welke paginagrootte, waar komt de legenda) in aparte AML's te gieten.
Voor wat betreft desktop GIS: De templates in ArcMap voorzien in zo'n beperkte mate in dat diverse partijen zélf de scheiding van vorm en inhoud ter hand hebben genomen. Mapmaker dat ESRI Nederland ism het Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden heeft ontwikkeld, het door ARIS voor het PBL (voorhen MNP) GeoView en het door MX Systems voor Verkeer en Waterstaat beheerde VenW layouter zijn hiervan drie voorbeelden uit Nederland. Sommige van deze tools gaan al zover dat hiermee ook bijvoorbeeld symbolenset en logo's centraal gedefinieerd kunnen worden.
Dat wil ik ook gebruiken voor mijn websites. En dan niet als een in zichzelf gekeerde GIS-tool, maar als een plugin voor de bekende CMS-en als Joomla! en Drupal.
Dus allereerst een tool waarmee kaartlayouts gedefinieerd kunnen worden. En wel graag met één en dezelfde tool zowel voor papieren kaarten als voor webkaarten, zodat ik stijlen voor schaalbalken, titels en mijn logos ongeacht het medium wat ik kies kan hergebruiken.
Vervolgens een tool om de kaarten zelf mee te maken, wederom ongeacht het medium (papier, beeldscherm) waarop het terecht komt. Natuurlijk is beeldscherkartografie heel wat anders dan kartografie voor papier, maar de tool die ik wil houdt daar rekening mee en kan hier flexibel mee omgaan. De output van deze tool kan dynamisch aan een outputservice gekoppeld worden die naar believen een beeldschermPDF, een pre-press PDF of een WMS (of WFS+WCS) uitspuugt
Daarnaast iets om deze WMS en WFS webservices te beheren. Met dezelfde tool kunnen natuurlijk ook de bron geodatasets als service worden beheerd.
Dan iets om de webapplicatie mee te maken. Hé dat hebben we al, want dat is ons Content Management Systeem. En zitten daar ook al niet modules in om te bepalen wie nieuwe layouts mag maken, wie nieuwe content mag toevoegen, welke catagorieën er gedefinieerd zijn voor de artikelen. Mooi, dan gebruiken we die tools ook om in onze hierboven geschetste layouttool, kaartentool en webservicemanager gebruiksrechten toe te kennen en elementen te categoriseren en van services en objecten aan te geven of ze voor breed gebruik "gepublished" zijn of dat ze nog in bewerking zijn
Net zoals ik met het blogging systeem waarmee ik dit bericht schrijf "tags" en categoriën kan toekennen, voorlopige versies van berichten kan beheren en zo meer.
Hetzelfde verhaal geldt natuurlijk ook voor de bouw van geodataportals. Die moeten niet alleen zoeken naar geodata mogelijk maken maar ook via wiki's kennis kunnen bijhouden, gebruikers commentaar kunnen laten geven op dataset en aankondigingen van AGGN-gebruikersdagen, gisconferenties etc. doen.
GIS-software bouwers: beperk u tot de specifieke GIs functionaliteit. Doe dat heel goed en zorg dat het praat met services en componenten van buiten de GIS-wereld zodat "de GIS-wereld" deel uit gaat maken van de rest van het heelal.
vrijdag 22 augustus 2008
Metadata: India zoeken, Amerika vinden
Nu portalen sterk in de belangstelling neemt ook de aandacht voor de wijze waarop in portalen wordt gezocht toe. Dat zoeken kan in hoofdzaak op 2 manieren.
Ten eerste door gericht te zoeken naar een dataset waarvan de zoeker weet dat-ie bestaat, maar waarvan alleen de locatie nog onbekend is. Vergelijk het met gericht boodschappen doen (met een boodschappenlijstje) of het via de kortste of snelste weg naar zuidelijk Frankrijk te rijden. Dit soort zoeken in geodataportalen zal met name door professionele GIS-gebruikers worden gedaan. Zij zijn immers door ervaring, door hun netwerk of door vaktijdschriften op de hoogte van het bestaan van specifieke datasets. Ik noem dit een "find".
De tweede manier van zoeken is de wijze die incidentele GIS-gebruikers eerder zullen hanteren. Die zijn rond een thema (recreatie, arbeidsplaatsen, wat dan ook) op zoek naar informatie. Zij willen rond dat thema rond kunnen snuffelen, ontdekken. "Discovery" (ontdekken) is het label dat ik hier op plak.
Het GSDI Cookbook (2004) zegt ons dat metadata de volgende doelen kent:
- Discovery metadata - What data sets hold the sort of data I am interested in? This enable organisations to know and publicise what data holdings they have.
- Exploration metadata - Do the identified data sets contain sufficient information to enable a sensible analysis to be made for my purposes? This is documentation to be provided with the data to ensure that others use the data correctly and wisely.
- Exploitation metadata – What is the process of obtaining and using the data that are required? This helps end users and provider organisations to effectively store, reuse, maintain and archive their data holdings.
"Marcel en Marcel" (Reuvers en De Rink) vertaalden dat in 2006 naar:
- Discovery: uitsluitend gericht op het zoeken naar resources;
- Exploration: evaluatie en toetsing of de resource aan de informatiebehoefte voldoet;
- Exploitation: het benaderen en verkrijgen van de resource.
In Cookbook en bij Reuvers en De Rink wordt geen onderscheid gemaakt tussen "vinden" en "ontdekken". Wellicht omdat de schrijvers slechts de geo-professionals voor ogen hadden?
Een heel goed en prettig leesbaar boek over dit onderwerp (niet specifiek GIS) is Everything is miscellaneous (the power of the new digital disorder) waarin David Weinberger aangeeft dat we nog veel te veel geneigd zijn met digitale catalogi ("the third order of order") een verbeterde versie van de aloude kaartenbakken ("the second order of order" te bouwen, en daarmee voorbij gaan aan de specifieke mogelijkheden die digitale catalogi bieden.
Vinden vereist formele metadata, ontdekken (vaak dmv browsen) is meer gebaat bij tagging. Voorbeeld hiervan is de fotowebsite Flickr, waar bezoekers niet alleen hun eigen maar vooral ook elkaars foto's van labels (tags) kunnen voorzien.
Net zoals bij amazon.com: Mensen die deze datasets gebruikten, gebruikten ook dataset Y. Dat levert onverwacht hergebruik van data op, en laat dat nou precies het doel van Gideon zijn!
zaterdag 8 maart 2008
Voorjaarsschoonmaak in geonieuws
Op de startpagina van het oude nationale geoportaal op http://www.ncgi.nl/ staat weliswaar aangegeven dat u zich bij http://www.geonovum.nl/ dient te vervoegen, googelen op ncgi levert nog wel verwijzingen naar bestaande oude pagina's op. Mag héél http://www.ncgi.nl/ alsjeblieft uit de lucht?
Dan http://www.onzegeo.nl/. Nota bene door het RGI opgezet. "In november 2007 wordt de versie voor het grote publiek gelanceerd" ronkt de website op de meedoenpagina www.onzegeo.nl/meedoen. Onder het kopje actueel lees ik (op 8 maart) dat op 13 en 14 maart de nationale geo-innovatiedagen plaatsvonden. Huh? Dat meest recente nieuwsbericht is inderdaad bijna een jaar oud...
Ook het RGI-project simlandscape (http://www.simlandscape.com/) moet hoognodig een paar kalenderblaadjes afscheuren. De (Nederlandstalige) aankondiging dat er op 24 november 2006 een werkatelier plaats vindt is met de (Engelstalige) aankondiging dat Arend Ligtenberg op 22 september 2006 promoveert de info waar u het mee moet doen.
Het bodemportaal op http://www.bodemdata.nl/ erkent zelf dat in verband met de lopende integratie van dinoloket.nl en bodemdata.nl de website in een lage frequentie bijgewerkt zal worden. Maar als het enige nieuwsfeit slaat op een bijeenkomst van 6 juni 2006 mag ook hier de bezem ter hand worden genomen.
Een website in de lucht brengen is geen kunst, een website bijhouden des te meer!
dinsdag 12 februari 2008
Data bij de bron: Niet per definitie goed
Maar om daarvoor de data bij de bron te moeten laten is niet de oplossing. Want die bron is gespecialiseerd in het inwinnen, het verzamelen van data. Data beheren en beschikbaar stellen is een wezenlijk nadere tak van sport. Of wordt de openbare bibliotheek bij u in de buurt bestierd door A.F.T.H. van der Heijden of Arnon Grunberg?
Nog sterker, zelfs die (bewerkte) kopietjes van (bewerkte) kopietjes zijn geen probleem. Misschien zijn namelijk de bewerkingen die u doet voor mij weer een handig startpunt. Zolang maar eenduiding traceerbaar is welke weg de data heeft afgelegd. Deze zogenaamde lineage (het "DNA") van data is nog onontgonnen terrein.
Het lijkt me een goed plan na eerdere GML-estafette en aankomende (15 mei 2008) metadata estafette een data estafette te gaan houden.
dinsdag 25 december 2007
GIS in het google-tijdperk
Als Gisprofessional zie ik dat af en toe met lede ogen aan. Bij gebrek aan inzicht in kwaliteitkenmerken als volledigheid en nauwkeurigheid worden er links en rechts datasets bij elkaar gegoogled en tot nieuwe informatie samengesmeed. Opvallend genoeg vaak informatie die tot doel heeft een hypothese te bevestigen. Want dat is het kenmerk van het laagdrempelige google-en-wikipedia-tijdperk, je zoekt op basis van hetgeen je wilt weten, je bent al op zoek naar bevestiging van je vooropgezette idee. Een self-fullfilling prophecy.
Overigens geen Gisspecifiek fenomeen, lees de column van Roos Vonk in de Intermediair van 14 december 2007 maar eens. Het Amsterdamse cultuurcentrum De Balie bereidt een aantal avonden voor die gericht zijn op de google-en-wiki-generatie.
zaterdag 15 december 2007
De kloof tussen Geo en ICT is gedicht
Blijft wel de kloof tussen Geo en inhoud. Moet een hydroloog/planoloog/verkeerskundige iets van Geo weten? Dat zou je toch mogen verwachten nu GIS als -laten we zeggen fenomeen om het niet direct vakgebied te hoeven noemen- ruim 20 jaar oud is. Of zijn er nog toch steeds geo-specialisten nodig die de vaktechnische inhoud een ruimtelijke dimensie kunnen geven? Is er nog specialistisch GIS-onderwijs nodig, of mogen we verwachten dat de diverse sectorale opleidingen in de 21e eeuw eindelijk, eindelijk de ruimtelijke component hebben ontdekt?
Open Source, Open Standaarden, Open Mind?
Maar ook weer opvallend: Het calimero-effect. Microsoft is het kwaad (en vertaald naar de Nederlandse GIS-wereld wordt dat al gauw: ESRI is het kwaad) en open source is ondergewaardeerd. Het doet mij altijd aan Apple-aanhangers denken, die ook zo prettig fundamentalistisch uit de hoek kunnen komen. Iets meer Open Mind graag.
Misschien tijd voor de open source GIS-wereld om met een spreekwoordelijke iPod op de proppen te komen. En dan graag ook slechts één, want hoe mooi al die open source ook is, iedere keer weer een nieuwe ster aan het firmament maakt de afzonderlijke sterren steeds minder herkenbaar.
De presentatie van die spreekwoordelijke iPod mag van mij wel op een Steve Jobs achtige wijze, kijk eens naar de introductie van de iPhone op de MacWorld 2007. Voor degenen die geen QuickTime hebben, kijk even op YouTube.
Verbod op shapefiles?
In de motie wordt de implementatie van open standaarden verplicht en het gebruik van open-source software aangemoedigd. Of een koppeling van deze vaak door elkaar gehaalde begrippen in één plan handig is betwijfel ik, de koppeling is naar mijn idee oneigenlijk.
Maar goed, wat gaat dit nu voor de GIS wereld betekenen?
In januari 2008 wordt een lijst open standaarden opgesteld, die vanaf 2 april 2008 (dat is heel snel) moet de rijksoverheid (vanaf december 2008 door andere overheden) verplicht moet worden gehanteerd bij nieuwbouw, verbouw of contractverlenging van ICT opdrachten. Dit volgens het comply-or-explain and commit principe dat inhoud dat je een open standaard moet toepassen. Uitzonderingscriteria zijn (en nu citeer ik uit het actieprogramma):
- Voor de gewenste functionaliteit is geen open standaard beschikbaar;
- De open standaard wordt niet door meerdere leveranciers ondersteund
en op meerdere platforms; - De bedrijfsvoering en/of dienstverlening komen op onaanvaardbare
wijze in gevaar, inclusief beveiligingsrisico’s; - Internationaal gemaakte afspraken worden geschonden.
Helaas is het actieprogramma niet altijd duidelijk of de open standaarden gebruikt moeten kunnen worden of gebruikt moeten worden. Mogen ministeries straks nog shapefiles uitwisselen of moeten ze open standaarden (GML?) gebruiken? Moet de gebruikte software één standaard ondersteunen (bijvoorbeeld WMS) of moeten alle standaarden (WMS, WFS, WCS SLD en nog meer) allemaal worden ondersteund? Ik ben benieuwd hoe de lijst er in januari uit ziet.