zondag 21 april 2013

van framework tot platform: instant geo-informatie

In de bijna dertig jaar dat GIS in Nederland wordt toegepast zijn er een aantal kantelmomenten geweest. Soms zie je dat aankomen, soms besef je dat pas achteraf. Eén zo'n kantelmoment speelde zich af aan het einde van de vorige eeuw. Mede door de komst van ArcView 2 en 3 beleefde GIS een doorbraakmoment: organisaties gingen zélf met GIS aan de slag, dat bleef niet langer beperkt tot een selectief gezelschap van fulltime GIS-experts.

Op de GIS Tech (herstel: de Esri GIS Tech. De in naam mede-organiserende AGGN moest ik met een lichtje zoeken, blijkbaar paste een gebruikerstrack niet meer in het nieuwe GIS Tech format), bespeurde ik ook zo'n essentiële verandering.
De focus bij Esri is al jaren geleden verschoven van softwareleverancier naar "leverancier van een platform" met aanpalende diensten, bedoeld om u te helpen geo-informatie succesvol in te zetten. Nu was dat platform in een recent verleden nog waardevrij: het was een framework, waar je je eigen data in kon, nee zelfs moest stoppen, en waaraan je je zelf verzonnen of goed gejatte analyses en cartografische presentaties kon ophangen. Met de stap van dat framework naar een platform hoef je je niet meer te bekommeren om data, en de templates voor kaarten en voorgebakken analyses zitten er ook al in. Handig!

Toch knaagt er wat. Als geo-professional zit ik liever zelf aan het stuur. (Dat ik me iedere werkdag van Hoofdstad naar Hofstad door machinist en conducteur laat vervoeren heeft met de reiskostenvergoedingspolicy van mijn werkgever te maken.) Ik wil weten wat voor data er in zit, wát die analyse doet en -niet onlogisch voor een cartograaf- heb ik mijn eigen ideeën over de wijze waarop de theorieën van Jacques Bertin en Jacob Nielsen tot een optimale geo/web-ervaring kunnen worden samengesmeed.

Zo'n kant-en-klaar platform kan best handig zijn hoor; open de verpakking, voeg wat water toe, 5 minuten op vol vermogen en je geovraagstuk is opgelost. Maar nog afgezien van het feit dat deze instant-aanpak leidt tot verhoging van de werkeloosheid onder geoprofessionals doet het ook weinig recht aan locatie (lees: organisatie) specifieke omstandigheden. Ieder vraagstuk-met-een-ruimtelijke-component (want we zouden niet meer van geo-vraagstukken spreken) wordt zo geuniformiseerd tot een hapklare eenheidsworst waar Mao en Jan Marijnissen hun vingers bij zouden aflikken.

"Met meer content wordt de afnemer meer content", lijkt het parool. Ik houd echter liever zelf wat te kiezen. Net zoals deze blog-omgeving voor mij een handig platform biedt, maar ik nog wel altijd met mijn eigen woorden zin aan de alinea's geef.

1 opmerking:

  1. ik kan de lijn in deze blog niet helemaal volgen. Ik zie geen kant-en-klaar platform (juist niet, kan helemaal niet) en de templates zijn slechts voorbeelden (opstapjes). Ik ga er juist vanuit dat organisaties die oppakken (check github) en aanpassen naar de eigen behoeften.

    Jij vult je blog met woorden, net zoals de gebruiker een GIS vult met data. Wat is het verschil?

    note: die andere blogpost over standaarden mag je ook op LinkedIn sturen... ben benieuwd naar de discussie.

    BeantwoordenVerwijderen